Veilig vuur maken
Vraag aan scouts of gidsen naar het gezelligste moment van het kamp en ze antwoorden bijna allemaal, met een dromerige blik in de ogen: het kampvuur. Zonder de mythe van dat oergezellige ritueel te willen doorprikken: Hoe hou je het veilig?
Waar mag je een vuur maken?
Het is van groot belang om goede afspraken te maken met de eigenaar van het terrein en met de boswachter over waar je precies vuur mag maken. Deze laatste kan je ook nuttige tips geven waar je hout kan sprokkelen.
Waar kan je beter geen vuur maken?
Op rotsachtige grond
die kan namelijk vocht bevatten en bij opwarming kunnen die stenen uit elkaar springen.
Op vochtige of bevroren ondergrond
Deze ondergrond onttrekt zeer veel energie aan je vuur. Je zal het moeilijk aan kunnen steken en houden. Gebruik hier het isolatievuur (zie verder).
Op heidegrond
Deze gebieden zijn zeer brandgevoelig.
Hoe maak je een goed kampvuur?
- Steek de graszoden op je kampvuurplaats voldoende dik uit en leg ze weg van het kampvuur, zodat je ze later terug kan leggen.
- Verzamel eerst al je benodigde brandbare materialen voor je iets aansteekt. Dit zijn: tondel, aanmaakhout en brandhout.
Wat is tondel?
Tondel is een brandstof die je makkelijk met een lucifer, aansteker of vuurschraper doet ontbranden. Bijvoorbeeld: vliesjes van berkenschors, uitgerafeld sisaltouw, stro, gedroogd mos, … De energie die bij de verbranding hiervan ontwikkeld wordt, moet voldoende groot zijn om het aanmaakhout aan te steken.
Wat is aanmaakhout?
Aanmaakhout moet voldoende klein zijn om door de tondel aangestoken te kunnen worden. Er moet ook voldoende lucht aan kunnen, daar kan je bijvoorbeeld voor zorgen door inkepingen te maken in kleine, dode, ontschorste takken of door denappels en gesplitste takken te gebruiken. Het gaat er vooral om dat de energie die bij verbranding vrijkomt voldoende groot is om je brandhout aan te steken.
Wat is brandhout?
De grootte van het brandhout is het belangrijkste, zodat de vlam van het aanmaakhout kan overslaan naar het brandhout. .
Gekliefd, zacht hout (bijvoorbeeld naaldhout) is ideaal om te beginnen.
Hard hout (bijvoorbeeld eik, es of beuk) zal langer branden met meer gloed en is daarom ideaal om op te koken..
Isolatievuur
Als je op een vochtige of bevroren ondergrond moet werken, maak dan eerst een isolatievuur. Zaag enkele houtblokken van minimaal vijf centimeter diameter. Leg ze tegen elkaar, leg daarop een laag aarde en maak daarop je vuur.
Vuur aanmaken
Zorg dat alle brandbare materialen binnen handbereik liggen. Steek je tondel aan. Als die goed brandt, leg je het aanmaakhout erop. Daarna je brandhout. Hou er altijd rekening mee dat de vorige brandstof de volgende moet kunnen aansteken.
Na een kampvuur
- Een kampvuur is pas volledig uit als alle delen zo afgekoeld zijn dat je ze veilig kan aanraken. Afdekken met zand is dus geen blusmethode! Je maakt een kampvuur uit door het te laten uitbranden, daarna met water te blussen, om te woelen en opnieuw te blussen.
- Spit de verbrande aarde om met een spade en leg daarna de eerder weggestoken graszoden terug. Zo breng je de omgeving zo goed als mogelijk weer in zijn oorspronkelijke staat.
Veiligheidstips
- Zorg dat je steeds één of meerder emmers water bij de hand hebt. Bij ongewild vuur kan je hiermee vlammen neerslaan. Maar belangrijker is dat je hiermee brandwonden of brandende kleren snel kan blussen zonder je te verplaatsen.
- Nog iets om bij de hand te hebben is een riek of spade om weggerolde brandende takken weer in het vuur te leggen.
- Fleecetruien of -dekens bij een vuur zijn niet aan te raden. Gensters kunnen namelijk gemakkelijk gaten branden in fleece en dat is zonde.
- Laat nooit een vuur, hoe klein ook, onbewaakt achter.
- De wetgeving laat enkel toe dat je droog en onbehandeld hout verbrandt. Papier, karton, spaanplaten, keukenafval … zijn absoluut uit den boze.
Ben je geholpen met deze info?