Kapoenenleiding is de liefste!

Je zorgrol als kapoenenleiding

Kapoenen willen al veel zelf kunnen. Op de scouts krijgen ze de ruimte om te experimenteren. Soms gaat dat minder gemakkelijk dan ze gedacht hadden. Traantjes en heimwee komen helaas wel eens voor. Hoe ga je daarmee om als leiding?

Sommige kapoenen hebben nood aan af en toe een knuffel. Dat doet vaak wonderen. Soms kunnen ze hun gevoelens niet goed uitdrukken in woorden. Veeg de tranen van je kapoen weg en neem even te tijd om er gewoon te zijn.  

Neem de gevoelens van kapoenen ernstig. Verdriet omdat een knuffel even kwijt is, boos omdat ze het spel verloren, bang van een schaduw. Voor jou kan het overdreven lijken, voor een zesjarige maakt het een groot verschil als jij aan zijn zij blijft staan.

Zorg dat er niet te veel tegelijk op hen af komt. Dat kan heel overdonderend zijn. Alles voor het eerst doen, is spannend. Leg alles extra duidelijk uit. Herhaal het vaak genoeg. 

Gun kapoenen de ruimte om te proberen, te ontdekken en vrij te spelen. Ze moeten nog niet alle rituelen kennen en kunnen. Bewaar technieken, tentenkampen en rituelen voor oudere takken. Zo blijft het daar ook spannend en nieuw. Laat kapoenen af en toe wel kennismaken met wat al de oudere scouts en gidsen doen en beantwoord al hun vragen.

Straf kapoenen niet. En zorg dat de kapoenentak een veilig nest is. Meer tips vind je hier.

Kapoenen hebben nood aan structuur. Bouw rituelen in. Begin en eindig je vergadering bijvoorbeeld altijd op dezelfde manier. Op kamp maak je een duidelijke planning: na het tanden poetsen, lezen we een verhaaltje voor en dan is het bedtijd. Gebruik tekeningen om de planning te verduidelijken.

Boterhammen smeren, haren kammen, veters binden… Het is niet altijd even makkelijk voor een kapoen. Als leiding leer je hen veel bij. Lukt het toch niet? Dan help je hen extra.

Wil dat zeggen dat alleen de leiding met het zachtste karakter kapoenenleiding kan worden? Nee hoor! Je kan perfect zorgzaam zijn en stoer. Kapoenen kijken nog enorm op naar leiding.