- Stokbroodmep: Duur 15 à 20’
De groep gaat in een kring staan met 1 persoon in het midden die rechtstaat. Deze persoon heeft een stokbrood vast. Een persoon in de kring roept een naam, de persoon in het midden loopt op die persoon af met het stokbrood en probeert op hem te “slaan”. Als de genoemde persoon een andere naam kan roepen voor hij of zij wordt geraakt met het stokbrood moet de persoon in het midden naar die 2de genoemde persoon lopen. Enzoverder… . maar als een persoon te laat een andere naam roept en dus wordt geraakt met het stokbrood wordt die persoon de mepper met het stokbrood. - Rippel stipel: Duur 15 à 20’
Stippen met verf in de Franse kleuren Opstelling in kring: Iemand begint en zegt: “Ik X, rippel stippel, zonder stippels, vraag aan ‘Y’, rippel stippel, zonder stippels, hoeveel stippels heb jij?” Y gaat dan verder, en stelt deze vraag aan iemand anders. Je noemt dus eerst je eigen naam, en dan de naam van de persoon aan wie je de vraag stelt. Na elke naam zeg je “rippel stippel”, en hoeveel stippels die persoon heeft . Als je een fout maakt in de formulering krijg je een stippel. Nadat je je stippel gekregen hebt, mag je uiteraard niet meer zeggen “zonder stippel”, maar moet je zeggen “met 1 stippel”. Het gaat er dus om zo min mogelijk stippels te hebben op het einde van het spel. Opmerking: Zorg dat de stippels duidelijk zichtbaar zijn. Letterlijke verwijzing naar Napoleon. De kinderen staan in een kring 1 persoon (Persoon1) staat in het midden met een sjaaltje of een hoed van Napoleon. Vervolgens wordt er nog een persoon (Persoon2) aangeduid die buiten de kring maar wel tegen de kring staat. De kring stapt rond (de persoon in het midden zorgt ervoor dat de kring rond hem blijft draaien zodat de kring niet begint te vervormen) Het liedje wordt gezongen. “Napoleon, napoleon, sta stil sta stil! En waar zou ik stil gaan staan? ik heb toch niets verkeerd gedaan? Napoleon, napoleon, sta stil sta stil” Eens het liedje gezongen is stopt de kring met stappen en de twee personen die rechts en links van persoon2 staan lopen elk langs hun kant rond de kring en proberen dan door de benen van persoon2 te kruipen en het sjaaltje te pakken van de persoon1. De persoon die het sjaaltje heeft kunnen pakken wordt persoon1 en de andere deelnemer die verloren heeft wordt persoon2. - Ik verklaar de oorlog aan: Duur 10 à 15’
Verwijzing naar de Franse revolutie Een persoon werpt een bal omhoog en roept: “Ik verklaar de oorlog aan...Jan!”. Waarbij iedereen dan wegloopt en Jan de bal opvangt, stop roept, waarop de andere deelnemers blijven staan en Jan dan een deelnemer probeert aan te werpen. - Schipper mag ik een citroen?: Duur 15 à 20’
Combinatie tussen schipper mag ik overvaren en citroen citroen. Het spel “schipper mag ik overvaren” wordt gespeeld maar in plaats van opdrachten worden er eigenschappen genoemd. Al wie die eigenschap (Familie/Huisdier/…) bezit moet overlopen en kan getikt worden. De volgende eigenschap wordt genoegd maar nu kunnen er personen van elke kant van het speelveld overlopen. Als je wordt aangetikt wordt je ook schipper. Verwijzing naar de Eifeltoren/Romantiek. (In grote groep) De helft van de deelnemers (bvb. alle jongens - A) zit in een grote kring. De andere helft (B) moet zich tegenover één van de deelnemers plaatsen. De muziek start en de deelnemers hebben 1 minuut om elkaar beter te leren kennen. Als de muziek luider wordt (of stopt), schuift B één plaats naar rechts op. Eventueel kunnen er stellingen voorgelezen worden waarover ze hun mening kunnen geven als aanleiding van het gesprek. - Franse vlag: Duur 20’ à 30’(als aankomst in Parijs)
Groepsverdeling: Je laat ze zonder een woord te zeggen op 1 lijn staan op alfabetische volgorde van de voornaam (manier om te kijken hoe goed ze de namen al kennen uit vorige spelletjes) Rol de lijn op en deel de bol in 2. (zorg dat je twee gelijke groepen hebt) Franse vlag wordt gespeelt op de koer en dan nog een keer met het grasplein erbij waarbij de keuken een obstakel vormt. |