Homo Universalis

Speluitleg

Alle kandidaten krijgen 3 levens. Diegene die als laatste de opdracht kan volbrengen, verliest een leven. Wie op het einde van het spel de meeste levens over houd, wint het spel en mag ik de homo universalis onder de tiptiens noemen.

Komt het spel uit op een ex aequo? Dan wordt er een alles bepalend spel gespeeld om iemand te kronen tot de homo universalis.

• Rolmeter (rolmeter, pingpongbal en kommetje)

Laat een pingpongballetje met een rolmeter in een kommetje rollen. Wie de opdracht het traagst uitvoer, verliest te opdracht.

• Popcorn (Per persoon: kaarsje, lucifers, Stukje zilverfolie, enkele maiskorrels) ev. Vork om de folie vast te houden boven het vuur.

De kandidaten krijgen een theelichtje, een paar lucifers, een stukje zilverpapier en een paar maiskorrels. De kandidaat die als laatste één gepofte maiskorrel heeft, verliest de opdracht.

• Veters knopen (Wasdraad of haag gebruiken)

De  kandidaten trekken hun schoenen uit en knopen de veters van hun beide schoenen aan elkaar. Ze proberen hun schoenen op de gespannen wasdraad te gooien. De kandidaat waarbij dit geen enkele keer lukt, verliest het spel.

• Tikkertje

De kandidaten spelen gedurende 2 minuten tikkertje in een afgebakend terrein. Wie de tikker is op het moment dat het alarm afgaat, verliest het spel.

• Stickers! (Blad papier, papier-tape)

Verzamel alle 10 de papierstickers en plak deze op een blad papier. Opgelet! Alle stickers plakken op de rug van je t-shirt. De kandidaat die als laatste alle 10 de stickers op zijn blad heeft plakken, verliest de opdracht.

• De langste aardappelschil (Aardappel, mes)

De kandidaten proberen de langste aardappelschil te verkrijgen met een smeermes. De kandidaat die binnen 1 minuut de kortste aardappelschil heeft, verliest de opdracht.

• Patat op de vork (Vork, aardappelen van vorige opdracht)

De kandidaten vormen per 2 een duo. De ene is de gooier, de ander de vanger. De gooier gooit een aardappel in de richting van de vanger die een vork vast heeft. De duo dat geen enkele keer de opdracht kan voltooien wordt opgesplitst. De kandidaat die geen enkele aardappel op zijn vork kan vangen, verliest de opdracht.

• Steppen (Step op het kleinste formaat)

De kandidaten moeten –een voor een – met een step een zo lang mogelijke afstand afleggen zonder een voet op de grond te zetten. Wie de kortste afstand aflegt, verliest de opdracht.

• Achterstevoren ondersteboven kegelen (Kleine kegels/houten blokken van vikking kubb, tennisballen)

De kandidaten moeten met een bal een kegel omgooien/rollen, maar ze moeten daarvoor ondersteboven en achterstevoren staan. De kandidaat die de meeste pogingen moet ondernemen, verliest de opdracht.

• Stokpaard (Stokpaard, bezemsteel, stapel stoelen)

De kandidaten moeten al huppelend op een stokpaardje over de lat springen. Ze beginnen op een zeer grote hoogte. Wie over de hindernis geraakt, is door. Wie mist, moet opnieuw springen over een lagere hoogte. Wie als laatste overblijft zonder geslaagde sprong, verliest de opdracht.

• Bezemstelen (Enkele bezemstelen, tennisbal, emmer)

De kandidaten moeten dueleren. Er zijn 2 groepen die het tegen elkaar opnemen. Ze moeten met behulp van 2 bezemstelen de tennisbal in de emmer laten rollen door de bezemstelen dicht tegen elkaar te houden en de bal over te hevelen aan de volgende kandidaat. De groep die de opdracht als laatste kan uitvoeren wordt opnieuw opgesplitst en moet de opdracht opnieuw uitvoeren. De kandidaat die geen enkele keer kan winnen, verliest de opdracht.

• Strijkparels (Strijkparels, witte grondplaten)

Je moet alle parels op de witte grondplaat zetten. Wie als laatste klaar is, verliest de opdracht.

• Ajuinen snijden (Messen, ajuinen per lid)

De kandidaten brengen een ajuin mee. Ze moeten uit deze ajuin, 30 perfect en ononderbroken uienringen snijden. Wie als laatste klaar is met deze opdracht, verliest het spel.

• Lengte inschatten

De kandidaten moeten proberen inschatten hoe lang het stuk touw is. De kandidaat die hiervan het verst verwijderd zit, verliest de opdracht.

• Bottle flip (Flesje met water)

De kandidaten draaien met een flesje water. De kandidaat die de meeste pogingen moet ondernemen, verliest de opdracht.

• Papieren vliegtuig (Papier)

Vouw een vliegtuig uit papier. De vlieger van de kandidaat die het minst ver kan vliegen, verliest deze opdracht.

• Knopen

De kandidaten krijgen een knoop in een touw. De kandidaat die als laatste de volledige knoop uit zijn touw heeft, verliest de opdracht.

• Kleurenquiz

Er worden vragen gesteld waarop het antwoord de kleur rood, groen, blauw of geel is. De kandidaten moeten zich naar het juiste kleurenvak begeven. Diegene die geen enkele vraag juist kan beantwoorden, verliest het spel.

• Welke kleur hebben de letters G in het logo van Google?
• Welke kleur heeft de kop van een groene specht?
• Welke nieuwe kleur van ketchup heeft Heinz in oktober 2000 op de markt gebracht?