BINGO-bosspel
Een BINGO waar je jezelf echt in kunnen uitleven!
VOORBEREIDINGEN
- Leventjes knippen in zoveel verschillende kleuren als het aantal teams
- Bingokaart maken voor elk team
voorbeeld: 5 rijen / 6 kolommen (hoogste getal te bepalen obv aantal teams, (bij ons tot 40, omdat er 4 teams waren) zorg ervoor dat getallen per rij ongeveer evenredig verdeeld zijn over eenheden-tien-twintig-dertig.
- Meerdere keren cijfertjes afdrukken en in potjes steken
- Sjorkoord & schaar meenemen
DOEL VAN HET SPEL
Ieder team probeert zo snel mogelijk BINGO te krijgen (een horizontale rij vol) OF als je nog tijd over hebt, zoveel mogelijk horizontale lijnen vol krijgen op de bingo-kaart.
GROEPSINDELING
Eerst verdeel je de groep in meerdere teams (bij ons 4 teams van 4 kinderen, maar kan ook zeker met meer!) , bv. met verf op de neuzen (herkenbaarheid van teams!)
Bij ieder team hoort één leider, een bepaalde kleur en een deel van de bingo-cijfers (bv. team rood 1-10, team blauw 11-20, team groen 21-30, team geel 31-40)
Iedere leider neemt mee: een bingokaart, een potje met véél leventjes in de team-kleur, een trek-potje waar alle cijfertjes van dat team 1x inzitten + een reserve-potje met reserve-cijfertjes)
SPELUITLEG
We spelen bingo! Wie krijgt als eerste een hele (horizontale) rij vol? De cijfers worden echter niet afgeroepen, maar die moeten de leden zelf gaan stelen uit de kampen van de andere teams.
Er zijn in het bos evenveel kampen als teams. In ieder kamp zit een leider (+enkele verdedigers blijven rond het kamp). De rest van het team gaat aanvallen om cijfertjes te stelen en terug naar het eigen kamp te brengen.
De leden moeten op basis van hun bingokaart beslissen bij welke teams ze gaan binnenvallen (bv. heb je nr. 28 nodig, dan moeten ze bij team groen binnenvallen)
De leden kunnen maar rondlopen in het bos zolang ze een leven bij zich hebben. Ze kunnen elkaar tikken: dan wordt er blad/steen/schaar (of ander wedstrijdje, te kiezen door degene die getikt wordt) gespeeld om te bepalen wie er zijn leven moet afgeven aan de ander. De winnaar mag verder lopen, de verliezer gaat meteen een nieuw leventje halen in het eigen kamp.
Als ze kunnen binnendringen in een ander kamp zonder hun leven kwijt te raken, mogen ze bij de leider in dat kamp een cijfertje trekken uit het trek-potje. (ze lezen dit luidop voor, zodat de leider dit cijfertje opnieuw kan bijvullen in het trek-potje vanuit het reserve-potje). Ze brengen dit cijfertje terug naar het eigen kamp, waar de leider dit (hopelijk) kan aanduiden op de bingokaart.
Levens die werden afgenomen van andere teams, worden verzameld in het kamp. Wanneer er 15 leventjes verzameld zijn, mogen ze deze in een kamp van een ander team gaan inwisselen tegen een zélfgekozen cijfertje.
EXTRA: binnen het thema "rusthuis" krijgt elk teamlid een handicap: in ieder team wordt bij 1 iemand een oog afgebonden (sjaaltje over oog), bij 1 de handen bij elkaar gebonden, bij 1 de hand aan de knie gebonden en bij 1 een arm op de rug gebonden. (Eventueel mag tijdens het spel onderling eens gewisseld worden).
EVENTUEEL: voor extra moeilijkheid kan er een "Pietje de dood" (boeman) rondlopen in het bos, die leventjes kan afnemen!
--> Na deze speluitleg gaat iedere leider met zijn team een goed plekje zoeken om een kamp te bouwen
KAMPEN BOUWEN
Ieder team krijgt een tijdje om in het bos een eigen kamp te bouwen, eventueel m.b.v. sjorkoord en dode takken uit het bos
START!
Spel kan beïndigd worden wanneer het eerste team BINGO (een rij vol) heeft OF tot de tijd op is, en dan kijken welk het team het meeste bingo's heeft.