Steigersjorring
Kenmerk
Als je een hele lange paal nodig hebt, maar die is niet beschikbaar, dan kan je een bestaande paal verlengen door er een tweede aan vast te maken. Hiervoor gebruik je de steigersjorring. Deze verbindt twee balken die in elkaars verlengde liggen door er een derde balk als spalk aan vast te maken. Dat betekent dat bij deze sjorring de constructie gedragen wordt door de balken en niet door het sjortouw. Het touw houdt de balken enkel bij elkaar. Voor deze sjorring moet je dus geen overdreven dik touw gebruiken én als je de sjorring horizontaal wil gebruiken, moet de spalk aan de onderzijde liggen.
Hoe?
- Maak bij elk uiteinde van een balk een sjorring. Voor een verbinding van twee balken met een derde balk moet je dus vier steigersjorringen maken.
- Gebruik een spalk met de juiste lengte: ideaal is een verhouding van 1 op 3 tegenover de te verbinden balken. Als je dus een lengte van 6 meter wil bekomen door twee balken van 3 meter te verbinden, moet je een spalk van 2 meter gebruiken.
- Begin de sjorring niet met het begin van het touw, maar in het midden. Leg het midden van het touw om de twee balken heen en sla beide uiteinden van het touw tegengesteld om de balken heen. Aan beide kanten kruisen de einden elkaar tussen de balken, aan de zijkant liggen ze netjes naast elkaar. Verbind de uiteinden van de touwen met een platte knoop.
- Als de vier sjorringen zijn gelegd, sla dan per sjorring twee wiggen tussen de balken en het touwwerk, aan elke kant van de sjorring één. De wiggen moeten wel de juiste vorm en lengte hebben, ze moeten namelijk alle slagen aantrekken, niet alleen de eerste of de laatste slag! Omdat de wiggen de plaats van de woeling innemen, moeten ze ook stevig vastzitten en blijven vastzitten. Sla daarom de wiggen van boven naar onder zodat ze er niet uit kunnen vallen of uit getrapt kunnen worden.
Ben je geholpen met deze info?