Polypedestrasjorring
De polypedestrasjorring wordt gebruikt om meerdere balken aan elkaar te sjorren zodat je een 'veelpoot' krijgt: een drie-, vier-, vijf-, zes-, …pikkel.
Een driepikkel kan je nog maken met de achtsjorring maar vanaf de vierpikkel moet je de polypedestra- , of klaverbladsjorring gebruiken.
Hoe maak je een vierpikkel?
- Leg de vier balken met de onderkant gelijk en zorg dat er tussen de palen voldoende plaats is om vlot te kunnen sjorren door bv. stokjes tussen de palen te steken. Op de kop van de balken moet je (met een beetje fantasie) een vierkant kunnen zien.
- Leg op één van de balken een mastworp en zeker hem met een platte knoop.
- Ga vervolgens éénmaal om elke paal heen zoals je op de tekening kan zien.
- Als je de palen voldoende ver uiteen hebt gelegd, kan je nu in het midden een vierkant in de sjorring zien. Op die manier kan je controleren of je juist bezig bent. Vanaf het moment dat je geen zuivere veelhoek in het midden hebt, ben je fout bezig.
- Herhaal stap drie en vier , totdat je om elke paal drie keer bent rondgegaan. Je hebt nu om elke paal drie slagen liggen, behalve om de eerste paal. Daar liggen drie slagen en een mastworp.
- Begin te woelen en beknijp elke paal afzonderlijk. In dit geval zijn er vier palen dus moet je vier maal woelen. Woel altijd van de paal naar binnen toe. Om aan de volgende woeling te beginnen, leg je nog een extra slag om de volgende paal heen, om terug van de paal naar het midden te kunnen woelen. Dit herhaal je voor elke paal.
- Bij de laatste woeling werk je van binnen naar buiten zodat je kan eindigen op de paal met een mastworp.
Op bovenstaande tekeningen kan je zien hoe je de balken en de steunstokjes moet leggen om een vier-, vijf- of zespikkel te sjorren.
Ben je geholpen met deze info?