Kaart: schaal en coördinaten
Een kaart
Een kaart is een verkleining van de werkelijkheid, in een plat vlak gebracht, vereenvoudigd weergegeven en van toelichting voorzien. De vereenvoudiging en de toelichting vind je terug in de legende en in de "conventionele tekens" waar we in een later artikel van Over & Weer op terugkomen.
De schaal
De weergave op een blad papier, want dat is de meest gebruikte kaart, gebeurt volgens een bepaalde verhouding. Die verhouding noemen we de schaal.
Soorten schalen
De mate van verkleining wordt voorgesteld door een breuk, bijvoorbeeld 1/100.000. Gewoonlijk maken we de kaart iets kleiner dan het origineel, kwestie van handig kunnen meepakken
Bij een "schaal" van 1/100.000 stelt 1 cm op de kaart 100.000 cm (=1km) voor. Het is - gelukkig - ook de gewoonte enigszins logische verhoudingen te gebruiken, zo heeft de kaart met schaal 1/16.327,5 nooit echt veel succes gekend.
Kaarten komen ook meestal in logische series voor, zo kennen we:
1/25.000 1cm= 250 m dus 4cm = 1 km
1/50.000 1 cm = 500 m dus 2 cm = 1 km
1/100.000 1 cm= 1 km (zie boven)
Meest voorkomende schaal
Vroeger was de schaal van het "moederblad" (het zogenaamde "minuutblad") 1/25.000. (Nu ja, nu nog steeds de meest gebruikte soort van stafkaart) Op dit minuutblad worden alle wijzigingen aangebracht, vroeger handmatig met de fijne tekenpen, tegenwoordig per computer.
Vanaf het moederblad worden verkleiningen of vergrotingen gemaakt. Op de vergrotingen zal je nooit meer details zien, je ziet ze enkel groter. Minder details op een verkleining kan wel.
In 1993 werd een nieuwe generatie stafkaarten ingevoerd. We komen daar in een later artikel van Over & Weer zeker op terug. De “nieuwe“ stafkaart heeft een schaal van 1/20.000, in tegenstelling tot de “oude” van 1/25.000 en ook de kleuren en tekens zijn duidelijk anders.
Coördinaten
Coördinaten op een kaart zijn een netwerk dat op of rond de kaart is aangebracht. Met die coördinaten kan je verwijzen naar bepaalde objecten of plaatsen die afgebeeld zijn op de kaart. In de marge van iedere (staf)kaart staat altijd een uitleg over de op die kaart gebruikte coördinaten.
Op "onze" stafkaarten kun je volgende coördinaten terugvinden (afhankelijk van datum van uitgifte):
- Het Lambert vierkantennet.
- De zwarte aanzetstreepjes van het net op de zijkant van de kaart.
- Het gradenstelsel. De gradenverdeling is ook op de zijkant aangeduid, maar let op: een breedteminuut is niet even lang als een lengteminuut!
- Het UTM-vierkantennet (niet op "oude" kaarten). Dit is een militair “grid” (vierkantennet dus) dat sinds enkele jaren ook op de stafkaarten wordt aangebracht in paarse (magenta) opdruk.
De roomer
Een roomer is een stevig stuk karton of doorzichtig plastiek waar een verdeling op staat van tien gelijke delen over een welbepaalde lengte van meestal één kilometer. Afhankelijk van de schaal: 2cm, 4 cm, 5 cm. Met een roomer kan je de coördinaten juist meten zodat je niet moet schatten. Je kan er ook nauwkeurig afstanden mee meten op de kaart. Let wel op dat je de juiste roomer voor de schaal gebruikt!
Met een roomer kan je dus ofwel een gekregen coördinaat opzoeken, of een coördinaat van een object bepalen. Hoe ga je te werk?
- Leg de roomer met de rechterhoek (het nulpunt) op de te bepalen positie van de kaart en zorg ervoor dat de roomer evenwijdig ligt met de horizontale en verticale lijnen.
- Meet altijd van links naar rechts en van onder naar boven. Let erop dat coördinaten altijd beginnen met de coördinaat op de X-as gevolgd door de coördinaat op de Y-as. Deze zijn niet noodzakelijk gescheiden zijn door een schuine streep maar wel altijd even in aantal cijfers. De coördinaat 12854450 wil dus zeggen 1285 op de X-as en 4450 op de Y-as.
- Bij het UTM net kan je onmiddellijk de roomer gebruiken omdat het vierkantennet voorgedrukt is op de kaart. Bij het Lambert-vierkantennet moet je dit net zelf verder optekenen omdat alleen de aanzetpuntjes voorgedrukt zijn.
Ben je geholpen met deze info?