Op tocht
Op tocht gaan is de ideale scoutsactiviteit. Of je op dagtocht of tweedaagse gaat, pret verzekerd. Zorg dat je goed voorbereid bent, deze tips helpen je erbij.
De ideale afstand voor een tocht
Een tocht uitstappen mag best moeite kosten. Maar overdrijf niet. Pas de lengte van je tocht aan, hou rekening met de leeftijd en conditie van je leden en de grootte van de groep. Denk vooral aan de zwaksten van de groep. Een goed gemiddelde voor leden tot veertien jaar is: het aantal kilometers van de tocht te voet = de leeftijd van de leden.
Voetgangers
Wandel altijd op het voetpad.
Geen voetpad? Loop op de begaanbare gelijkgrondse bermen.
Ook geen gelijkgrondse berm? Dan mag je stappen op het fietspad (verleen wel voorrang aan fietsers).
Kan dat ook niet? Dan mag je op de rijbaan wandelen. Stap altijd zo links mogelijk en achter elkaar.
Gebruik altijd een oversteekplaats als die er is (verplicht te gebruiken als die zich op minder dan 30 meter bevindt).
Op kruispunten zonder verkeerslichten kan de begeleid(st) er een overstekende groep signaleren aan het aankomende verkeer. Dat kan met het verkeersbord C3.
Aanwijzingen met het bord C3 mogen niet in strijd zijn met verkeerstekens of verkeersregels. Je mag het C3-bordje niet gebruiken om het verkeer te doen stoppen. Je mag het enkel gebruiken om je overstekende groep extra te benadrukken.
Als het voetgangerslicht op rood springt tijdens het oversteken, dan mag enkel de groep die al op het zebrapad is, verder lopen. Wie nog op de stoep staat, moet wachten tot het groen wordt.
Zijn er geen zebrapaden? Zorg dat je oversteekt op een veilige en zichtbare plaats (niet in een bocht of op een helling).
Volgens de wet moet je altijd goed zichtbaar zijn in het verkeer.
Groepen vanaf vijf personen moeten verplicht een rood licht rechts vooraan en wit licht rechts achteraan dragen als je minder dan 200 meter ver kan zien.
Is de groep lang? Dan is het verplicht om op de flanken bijkomende witte lichten te voorzien die in alle richtingen zichtbaar zijn.
Begeleid kapoenen, zeehondjes, (zee)welpen en kabouters altijd op de openbare weg.
Bij beperkte zichtbaarheid dragen alle leden en leiding die tijdens activiteiten op de weg komen fluohesjes.
Loop nooit langs of over sporen.
Leden mogen nooit liften. Leid(st)ers mogen liften als ze aan alle onderstaande voorwaarden voldoen:
- minstens per twee;
- evenwichtig verdeeld (zowel onervaren als ervaren leiding, assertief en voorzichtig);
- elkaar op de hoogte houden van plaats, route of gebruikte functie (via sms of app); nuchter;
- minstens één iemand meerderjarig;
- volgens de wegcode. Op op- en afritten is het verboden te liften.
Draag altijd fluohesjes als je met een groep op de openbare weg komt. Ook bij goede zichtbaarheid.
Informeer je leden over de verkeersregels en afspraken. Ook bij een dorps- of stadsspel.
Activiteiten in een gebergte of afgelegen gebieden vereisen voorbereiding. Volg het advies van een erkend deskundige en zorg dat je actuele informatie hebt.
Stippel je reisweg op voorhand uit en kies zoveel mogelijk voor ‘trage wegen’.
Pas de lengte van je tocht aan de leeftijd van je leden aan. Een goed gemiddelde tot veertien jaar is: het aantal kilometers van de tocht = de leeftijd van de leden.
Voorbereid op tocht
Voorzie altijd voldoende gevulde drinkflessen en eten voor je leden. Zo komen je leden bij een plotse hittedag niet voor verrassingen te staan. Weet dat het verboden is om aan te bellen bij huizen, ook al is het om water te vragen. Denk ook aan het milieu en neem een vuilniszakje mee voor het mogelijke afval van de lunchpakketten.
Controleer het materiaal voor je aan de tocht begint. Zorg dat alle leden goed uitgerust aan de tocht beginnen. Geschikte schoenen en een goed afgestelde rugzak zijn belangrijk voor een vlotte tocht.
Stippel de tocht goed uit op voorhand. Probeer de wandeling al eens uit tijdens de voorbereiding. Kies voor veilige wegen, liefst onverharde. Handig, gebruik deze routeplanner voor wandelaars.
Ben je geholpen met deze info?