Het grote superheldenspel

We willen voor eens en voor altijd uitzoeken welke superheld nu de beste is. Daarom laten we de superhelden het in een fantastisch spel tegen elkaar opnemen om zo zelf de strijd uit te vechten! Er zijn 9 (of meer) mogelijke superhelden, elke speler trekt een personage uit de zak met pionnen.

De 9 superhelden:

1. Mega mindy
2. Mega toby
3. Superman
4. Spiderman
5. Badman
6. De rode powerpuff
7. Catwoman
8. Zorro
9. Wonder woman

Elke superheld vertrekt bij de start en probeert zo snel mogelijk het einde te bereiken. Er zijn 50 vakjes die overbrugd moeten worden. Onder die vakjes zijn er:

• 25 Rode: uitdagingen
• 10 Groene: kansbeurten
• 10 Gele: bezigheidsopdrachten
• 5 Blauwe: pestopdrachten

Bij de rode uitdagingen is het de bedoeling dat je een andere superheld uitdaagt voor de opdracht die bij het vakje hoort. Als je wint, mag je kiezen of je wisselt met de andere persoon of je liever blijft staan.

De groene kansbeurten zijn spelopdrachten die positief of negatief kunnen zijn.

De gele bezigheidsopdrachten zijn opdrachten die dienen om je op te houden, je zult er dus een tijdje mee bezig zijn voor je verder kan gaan.

De blauwe pestopdrachten tenslotte, zijn opdrachten waarmee je iemand anders kan pesten.

Uitdagingen:

1. armworstelen
2. ballon kapot blazen
3. hanengevecht
4. beschuit eten + fluiten
5. schaar-blad-steen tot 3 punten
6. voor elke letter van het alfabet een naam verzinnen
7. zo lang mogelijk dooie vis, afleiden mag, aanraken niet
8. wimpel uittrekken
9. zo lang mogelijk AAA zeggen
10. zin van 10 woorden maken zonder de letter E
11. vier op een rij
12. puzzel zo snel mogelijk maken
13. voorwerp wordt verstopt en moet men zoeken
14. vliegertje plooien, degene die het verst vliegt wint
15. in 3 minuten zoveel mogelijk spreekwoorden opschrijven
16. om ter snelst een glas water leegdrinken
17. zo snel mogelijk 20 woorden met de letter p opschrijven
18. zoveel mogelijk woorden die rijmen op speel in 3 minuten
19. zin van 10 woorden met in elk woord de letter E
20. Zo lang mogelijk zeg eens eu
21. zo snel mogelijk 20 woorden met de letter w
22. ik ga op reis en ik neem mee
23. dierenketting, mag maximum 10 seconden nadenken
24. wiskunde opgave, zo snel mogelijk oplossen
25. ogen dicht, gokken wanneer de minuut om is en dan stop zeggen

Kansbeurten:

1. 1 vakje achteruit
2. opnieuw beginnen
3. wacht tot iemand je voorbij steekt voor je verder mag
4. naar hetzelfde vakje als de eerstvolgende persoon voor je
5. 2 vakjes vooruit
6. Ga naar hetzelfde vakje als de persoon die laatst staat
7. 1 vakje vooruit
8. beurt overslagen
9. 2 vakjes achteruit
10. Ga naar het vakje van de persoon die achter je staat

Bezigheidsopdrachten:  

1. 30 papieren bootjes vouwen
2. elk getal van 1 tot 250 op een blad schrijven
3. 200 keer springtouwen
4. 100 grassprietjes verzamelen
5. 15 handtekeningen verzamelen
6. 5 minuten op 1 been staan
7. 50 hartjes uit papier knippen
8. 5 minuten lang “ik ben een ezel” zeggen, zittend bij de leiding
9. 5 toertjes lopen, na elk toertje iets komen zeggen
10. alle blauwe m&m’s uit een zak halen

Pestopdrachten:

1. Wissel twee andere pionnen van plaats
2. Zet elke andere pion twee plaatsen achteruit
3. Zet 1 iemand vier plaatsen achteruit
4. Zet iemands pion naar de dichtstbijzijnde bezigheid
5. Iedereen moet 1 beurt overslaan (je mag dus zelf twee keer)

Materiaal

• Spelbord
• Pionnen
• Ballonnen
• Beschuiten
• Veel papieren
• Balpennen
• Scharen
• Wimpels
• Zelfgemaakte puzzel
• Vier op een rij
• Springtouw
• M&M’s