Red Flamm en Spetter!

Details

Bijlages

Duur: 120 minuten

Groepen: 2

Intensiteit: zwaar

Leeftijd: van 12 tot 14 jaar

Spelers: van 4 tot 30

Soort: bosspelen

Terrein: bos , buiten

Thema's: andere

De titocommissie verstuurde in 2010 een kant-en-klaar spel naar alle titoleiding. Hieronder kan je het spel nog eens lezen. Meer info nodig? mail naar tito@chiro.be!

Help! Titograd werd gebombardeerd door de S.C.T.S (Slechte Catastrofale Terroristische Samenzwering). De terroristen hebben Flamm en Spetter ontvoerd en opgesloten in één van de bunkers die nog overeind bleven. In dit spannende bosspel gaan de tito’s in verschillende groepen op zoek naar hun favoriete figuurtjes om hen te bevrijden! Ze kampen tegen elkaar en proberen zo snel mogelijk de plattegrond van Titograd opnieuw samen te puzzelen. Op die plattegrond kunnen ze de bunkers bezoeken die na de bombardementen nog zijn overgebleven. In één van die bunkers zullen ze Flamm en Spetter aantreffen.

PLOEGVERDELING

De tito’s vormen twee ploegen: een rode en een witte. De rode ploeg puzzelt de witte plattegrond in elkaar, de witte ploeg de rode plattegrond. Elke plattegrond bestaat uit verschillende puzzelstukken (kaartjes). Verstop die op een afgebakend stuk van het bos. De tito’s mogen gerust wat zoeken, maak het dus niet te gemakkelijk!

Geef je tito’s de opdracht zoveel mogelijk kaartjes te verzamelen, zonder dat je iets vertelt over een mogelijk verschil tussen rood en wit. De tito’s die meer rode dan witte kaartjes verzameld hebben, vormen de rode ploeg. De tito’s met meer witte dan rode kaartjes, zijn de witte ploeg. De rode ploeg krijgt nu een witte plattegrond die ze in elkaar proberen te puzzelen met de witte kaartjes. De witte ploeg krijgt een rode plattegrond die ze met de rode kaartjes in elkaar proberen te puzzelen. Titograd is lichtjes voorgedrukt op de plattegrond die de groepen krijgen (watermerk), zodat het voor de tito’s meteen duidelijk is hoe het eruitziet en waar het puzzelstuk hoort.

Tip: heb je redelijk wat tito’s? Dan kun je dit spel ook met vier groepen spelen. Er zijn dan twee rode en twee witte ploegen. De verdeling gaat dan zo:

  • De rode ploeg = tito’s met meer rode dan witte kaartjes
    • Rode ploeg 1: degenen met de minste witte kaartjes
    • Rode ploeg 2: degenen met de meeste witte kaartjes
  • De witte ploeg = tito’s met meer witte dan rode kaartjes.
    • Witte ploeg 1: degenen met de minste rode kaartjes
    • Witte ploeg 2: degenen met de meeste rode kaartjes

Bij deze speluitleg vind je maar één witte en één rode plattegrond, maar je vindt de voorgedrukte plattegronden ook in bijlage, zodat je ze kunt afdrukken!

PUZZELEN MAAR!

Het is de bedoeling dat elke ploeg zijn eigen kaart in elkaar puzzelt. Dat is natuurlijk niet zo eenvoudig omdat de kaartjes over de verschillende ploegen verdeeld zijn. Alle tito’s krijgen één kaartje van de kleur die hun ploeg niet nodig heeft. Jan (rode ploeg) kan nu Silke (witte ploeg) uitdagen. Degene die de uitdaging wint, krijgt het kaartje van de verliezer en verdient dus een puzzelstuk voor zijn of haar plattegrond. Uitdagen doe je zo: - Probeer om het eerste je eigen hand in de (achter)zakken van de andere te steken. - In het bos hangen allerlei letters verspreid. Je krijgt 3 minuten om een zo lang mogelijk woord te maken met de letters die je vindt. Degene met het langste woord wint.

BEWANDEL JE PLATTEGROND

Met de puzzelstukken die je afneemt van de andere ploeg reconstrueer je je eigen plattegrond. Zodra er drie puzzelstukken aan elkaar passen, kun je beginnen ‘wandelen’. Op de plattegrond staan een aantal bunkers. In één daarvan zitten Flamm en Spetter, maar bij elke bunker hoort een opdracht of een spel. Opgelet! Er zijn goede en slechte bunkers. Bij de goede verdienen de tito’s voorwerpen die de bunker van Flamm en Spetter kunnen openen. De slechte bunkers leveren geen voorwerp op, maar zorgen voor tijdverlies. Elke ploeg moet alle goede bunkers bezocht hebben voor de laatste bunker open kan. Op de plattegrond is niet te zien welke bunker goed of slecht is. De leiding heeft dat wel op voorhand bepaald.

Vier goede bunkers

  1. Maak een schilderij met bladeren, takjes, alles wat je op de grond van het bos kunt vinden. Als de leiding herkent wat er ’geschilderd’ wordt, is de opdracht volbracht.
  2. Speel een bosscène uit een film na of beeld een bosscène uit als stilleven.
  3. Breng een sok van elk lid van een andere ploeg tot bij de leiding.
  4. Zing het lied ‘In het bos daar staat een huisje’ achterstevoren.

Twee slechte bunkers

De opdrachten in deze bunkers moeten met de hele ploeg uitgevoerd worden. Dat betekent dat er niet verder uitgedaagd en gepuzzeld kan worden. Ook hier voorzien we vier opdrachten. Tip: deze opdrachten zijn pas écht nadelig als je met vier ploegen speelt. De andere drie ploegen kunnen dan immers wél verder uitdagen.

  1. Zoek per persoon een stok van 30 cm en steek elke stok vol met blaadjes.
  2. Boomvoetbal: de bomen binnen het afgebakende terrein zijn ook spelers. Voor je kunt scoren, moet je eerst naar een boom passen.
  3. Boombanden (naar analogie van driebanden): hier krijgen de tito’s een bal. Met één worp moet je drie bomen raken die minstens twee meter uit elkaar staan, zonder dat de bal de grond raakt. Tip: dit is geen gemakkelijke opdracht en er is ook geen ‘juiste’ manier om dit te doen. Als je merkt dat de tito’s er niet in slagen en dat ze behoorlijk wat tijd verliezen, beschouw de opdracht dan als geslaagd!
  4. Mikado met boomtakken: de tito’s zoeken eerst zelf 30 takken (vertel niet waarvoor ze moeten dienen, dat maakt het spannender). Daarmee spelen ze mikado.

Flamm-en-Spetterbunker

Zolang niet alle goede bunkers bezocht zijn, kunnen de tito’s die laatste bunker niet openen. Komen ze toch al eerder langs, dan spelen ze 'de verrader’. Een tito (Bert) heeft een bal in de handen. De andere tito’s staan rond Bert. Bert gooit de bal omhoog en roept: “De verrader is Sarah!” Sarah probeert vervolgens zo ver mogelijk van Bert weg te lopen, de andere tito’s proberen de bal op te vangen. Zodra iemand de bal gevangen heeft, roept die ‘stop!’ Iedereen blijft staan, ook Sarah. De andere tito’s proberen nu met de bal Sarah aan te gooien. Ze mogen zich niet meer verplaatsen, maar mogen wel de bal naar elkaar gooien. Het is dus van belang dat de tito’s wiens naam niet geroepen wordt, ook een beetje achter Sarah aan lopen, zodat ze haar makkelijker kunnen aangooien.

Hebben de tito’s de goede bunkers allemaal bezocht, dan kunnen ze de Flamm-en-Spetterbunker openen! Na de bevrijding krijgen de tito’s alle benodigdheden om hun eigen Flamm of Spetter te maken. Zo heeft iedere tito een eigen uniek aandenken! Het sjabloon dat je bij deze uitleg vond, kopieer je voor elke tito op dik rood papier. De tito’s knippen het sjabloon uit. Door het gaatje aan de onderkant van de dynamietstaaf steken ze een touwtje (knoopje aan de binnenkant). Twee wattenstaafjes vormen de armen en handjes en als hoofd voorzie je een bolvormige lolly. Flamm of Spetter is klaar!

Tip: je vindt het sjabloon ook in de bijlage! 

Materiaal

  • Twee plattegronden (licht afgedrukt): een witte en een rode
  • Witte en rode puzzelstukken
  • Een Flamm- of Spettersjabloon

Materiaal Dit moet je zelf nog voorzien:

  • De letters van het alfabet op 1/4 van een A4-blad, om verspreid op te hangen in het bos
  • Minstens één bal, liefst twee of drie
  • Touw
  • Scharen
  • Twee wattenstaafjes per tito
  • Eén bolvormige lolly per tito (bv. Chupa Chups)