Kraak het kamp van de tegenstander
Wat heb je nodig?
een aantal gekleurde dassen en twee touwen van een twintigtal meter.
Terrein
Het speelbos wordt in twee delen verdeeld door een duidelijk zichtbare grens (een bospad of bomenrij bv.). Elke ploeg zoekt in zijn deel van het bos een plekje voor zijn kamp en bakent dat met het touw af. Beide kampen moeten vanuit elke richting benaderd kunnen worden,
en hun omtrek moet even lang zijn: het touw wordt volledig gebruikt.
Begeleiders
In elk kamp zit een begeleider. Een derde begeleider, de 'dassenhoeder', heeft de dassen en loopt rond in het speelbos. Bij het begin van het spel zoeken de spelers deze dassenhoeder, die een beperkt aantal dassen uitdeelt, bv. twee aan elke ploeg.
Sluipregels
Enkel met een das kan je een kamp van de tegenstrever besluipen. Wie een kamp aanvalt moet deze das zichtbaar, in een band rond het hoofd dragen. Als iemand zonder getikt te worden, binnen de touwgrens van het andere kamp geraakt, is de aanvalspoging gelukt.
Tactiek
De ploegen kunnen een eigen tactiek uitwerken door bijvoorbeeld dassen op te sparen, of daarentegen onmiddellijke tegenaanvallen uit te voeren. Spelers kunnen proberen dassen te 'smokkelen', maar aangezien een das duidelijk zichtbaar moet zijn voor een geldige aanval is
dit niet zo gemakkelijk.
Einde
Wanneer het spel eindigt, kan je zelf uitwerken: na een bepaalde tijd, of als een ploeg een bepaald aantal gelukte aanvallen gedaan heeft, of met de beloningen hiervoor iets bereikt heeft. Ook kan de 'dassenhoeder' langzaam alle dassen uit omloop nemen.
Variatie: de dassen
Je kan natuurlijk de dassen vervangen door andere attributen: fluovestjes, een hoed, een opvallende pruik of een clownsneus. Zolang de regel maar geldt dat een aanval slechts gelukt is wanneer het attribuut duidelijk zichtbaar was.
een aantal gekleurde dassen en twee touwen van een twintigtal meter.
Terrein
Het speelbos wordt in twee delen verdeeld door een duidelijk zichtbare grens (een bospad of bomenrij bv.). Elke ploeg zoekt in zijn deel van het bos een plekje voor zijn kamp en bakent dat met het touw af. Beide kampen moeten vanuit elke richting benaderd kunnen worden,
en hun omtrek moet even lang zijn: het touw wordt volledig gebruikt.
Begeleiders
In elk kamp zit een begeleider. Een derde begeleider, de 'dassenhoeder', heeft de dassen en loopt rond in het speelbos. Bij het begin van het spel zoeken de spelers deze dassenhoeder, die een beperkt aantal dassen uitdeelt, bv. twee aan elke ploeg.
Sluipregels
Enkel met een das kan je een kamp van de tegenstrever besluipen. Wie een kamp aanvalt moet deze das zichtbaar, in een band rond het hoofd dragen. Als iemand zonder getikt te worden, binnen de touwgrens van het andere kamp geraakt, is de aanvalspoging gelukt.
Tactiek
De ploegen kunnen een eigen tactiek uitwerken door bijvoorbeeld dassen op te sparen, of daarentegen onmiddellijke tegenaanvallen uit te voeren. Spelers kunnen proberen dassen te 'smokkelen', maar aangezien een das duidelijk zichtbaar moet zijn voor een geldige aanval is
dit niet zo gemakkelijk.
Einde
Wanneer het spel eindigt, kan je zelf uitwerken: na een bepaalde tijd, of als een ploeg een bepaald aantal gelukte aanvallen gedaan heeft, of met de beloningen hiervoor iets bereikt heeft. Ook kan de 'dassenhoeder' langzaam alle dassen uit omloop nemen.
Variatie: de dassen
Je kan natuurlijk de dassen vervangen door andere attributen: fluovestjes, een hoed, een opvallende pruik of een clownsneus. Zolang de regel maar geldt dat een aanval slechts gelukt is wanneer het attribuut duidelijk zichtbaar was.