Kaartendans
Iedereen gaat in een cirkel zitten op een stoel en markeert zijn stoel door bijvoorbeeld zijn jasje eraan te hangen. Iedereen krijgt een kaart en een (apart) nummer. Om de beurten (op nummer) mogen ze ofwel klaveren, harten, schoppen of ruiten roepen. Wanneer je deze hebt mag je naar links een stoel opschuiven (ook wanneer iemand anders het roept).. Het kan natuurlijk zijn dat jij niet mag doorschuiven maar diegene rechts van je wel, dan komt die op je schoot te zitten. Het is de bedoeling om de cirkel rond te gaan en terug op je eigen stoel te zitten, maar dus zonder iemand onder je.
Variaties
Je kan ipv stoelen ook autobanden of zetels gebruiken.
Opmerkingen
Neem ongeveer evenveel harten, klaveren, schoppen en ruiten uit een spel en verdeel deze dan. Anders kan het heel oneerlijk uitkomen.
Materiaal
- per lid een stoel
- per lid een kaart