Werken met leer

Leerbewerking behoort tot de technieken die in de vrije tijd door velen beoefend worden.Men heeft er weinig ruimte, geen al te duur gereedschap en betrekkelijk gemakkelijk aan te leren vakkennis voor nodig.De resultaten zijn waardevol en praktisch zeer bruikbaar.Wanneer je met je afdeling echter een knutselactiviteit met leerbewerking wil organiseren is het raadzaam je te laten begeleiden door iemand die al wat ervaring met het verwerken van dit materiaal heeft.

a) Het maken van een leerpatroon

Voor we een werkstuk uitvoeren maken we eerst een patroon uit karton of papier van dezelfde dikte als het leer.Als we te dun papier nemen zullen overstaande kleppen en dergelijke te klein of te dun uitvallen wanneer we het patroon op het leder overnemen; als het model nauwkeurig uitgemeten en in elkaar gezet is kunnen we de delen in leer overnemen.

b) Het uitsnijden van het leer

We maken met de lijntrekker op het leder de figuren van het patroon en knippen de gewenste figuren uit.

c) Het aanbrengen van voeringleer

Het meestal dunne voeringleer laat zich moeilijk met lijm insmeren en daarom smeren we het bovenleer in en drukken het voeringleer erop.We strijken het glad maar rekken het niet te fel uit omdat ons werkstuk anders krom zal trekken als de lijm droogt.De overstekende randjes voeringleer worden daarna bijgeknipt.

d) Het in-elkaar-zetten

Daarna wordt ons werkstuk met tubelijm in elkaar gezet en dan zal blijken of het geheel aan de gestelde eisen voldoet.Indien de lijm aan de gladde randen niet goed plakt maken we deze randen met schuurpapier wat ruw.

e) Het afwerken met lederband

We kunnen ons werkstuk ook met garen afwerken of met de lederband.Als we lederband gebruiken moeten we naaispleetjes errondom maken.We doen dit met de drietand ofwel de eentand.Normaal is lederband 3 mm breed maar als het kan gebruiken we een wat smallere drietand zodat het werk mooier afgewerkt is.Op de hoeken maken we met een revolvertang of holnijptang een klein gaatje.Op die plaatsen steken we de lederband niet eenmaal maar twee- of driemaal door een gaatje.We naaien de lederband van links naar rechts en van boven naar beneden.Als je geen drietand hebt kan je de gaatjes ook met een revolvertang aanbrengen; dit is niet zo mooi maar het gaat wel vlugger.

Welk gereedschap hebben we nodig?We geven je een lijstje van benodigdheden en tussen haakjes ook enkele tips hoe je deze officiële gereedschappen op een treffelijke wijze door een ander materiaal of gereedschap kan vervangen:

Ø Tekengereedschap of de lijntrekker (breinaald, haaknaald) (1)

Ø De modeleur (karton) (2)

Ø De spatel voor het maken van reliëftekeningen (lepeltje, bijgeslepen houtje)

Ø De drietand voor het maken van gaatjes (3)

Ø De eentand (smal beiteltje) (4)

Ø De zeventand (stopnaald in kurk) (5)

Ø Een naaisterradertje (6)

Ø Leernaald (maasnaald) (7)

Ø Bros (stopnaald in kurk)

Ø Drukknoopaanzetter

Mes, schaar, onderlegger van karton of hout, spelden, punaises, meetlat, passer, plaksel, scheermesje