De Grote Muizenjacht!

Start: Verzamel de ribbels in het eerste lokaal. Vertel een verhaal over muisjes die het gebouw overgenomen hebben en leg uit dat ze de sporen moeten vinden en opruimen. 

Zoektocht naar sporen: Leid de ribbels door het eerste lokaal. Laat hen de muizensporen ontdekken en benoem wat ze gevonden hebben. Dat kun je herhalen in elk lokaal. Ze spelen telkens een spel en gaan daarna op zoek naar het bestrijdingsmiddel. Dat komt van pas voor het einde van het spel! 

Lokaal 1: ballontrappen 

Elk kind krijgt een ballon aan hun enkel vastgebonden. De kinderen proberen elkaars ballonnen kapot te trappen terwijl ze hun eigen ballon beschermen. (Tip: doe wat zeep in elke ballon, dat helpt met het schoonmaken en geeft een leuk effect!) 

Bestrijdingsmiddel: Na het spel mogen ze daar in het lokaal naar zoeken. Ze vinden een spons (het eerste bestrijdingsmiddel) die ze later gebruiken om de sporen te verwijderen. 

Lokaal 2: muizen sluipen 

Spelleidster Wizzy staat aan de overkant van het lokaal. De kinderen sluipen als muisjes op hun tenen zonder geluid te maken naar haar toe. Als Wizzy geluid hoort, moeten de muisjes terug naar het begin. 

Bestrijdingsmiddel: een dweil. 

Lokaal 3: kat-en-muis (cirkelspel) 

De kinderen vormen een grote kring met één kind in het midden als de muis en een ander kind als de kat aan de buitenkant. De kat probeert de muis te vangen. Maar let op: als de muis door de benen van een kind kruipt, dan wordt dat kind de kat en de oorspronkelijke kat wordt de muis! 

Bestrijdingsmiddel: een emmer (om muizen mee te vangen). 

Lokaal 4: tikkertje muizenvanger 

Eén kind is de muizenvanger en probeert de andere kinderen (muizen) te tikken. Wanneer Woppy getikt wordt, moet hij als een muisje over de grond kruipen tot hij door een andere speler bevrijd wordt. Daarvoor doe je alsof je een flesje op Woppy sproeit (‘pshht pshht’) en dan mag Woppy weer meedoen. 

Bestrijdingsmiddel: (spuitbus) allesreiniger. 

Lokaal 5: muizen-en-muilezels (variant ratten-en-raven) 

De ribbels zijn verdeeld in twee teams: de muizen en de muilezels. Ze staan tegenover elkaar aan weerskanten van een lijn. Leidster Kasha vertelt een verhaal over muizen en muilezels (en gebruikt veel woorden met ‘ui’ in de eerste lettergreep: muiterij, muilkorf, muisgrijs, uil, uien, uier, uiten, …). Zegt Kasha het woord 'muizen', dan rennen de muizen weg en proberen ze niet getikt te worden door de muilezels, en omgekeerd. Wanneer ze over een bepaalde grens lopen, zijn ze veilig en kunnen ze niet meer getikt worden. Dan keren ze terug naar het midden in hun lijnen. Ai, toch getikt? Dan ga je zitten. Het spel duurt tot de laatste muilezel of muis getikt is, het overblijvende dier wint en mag zoeken! 

Bestrijdingsmiddel: stoffer en blik. 

Lokaal 6: muizenstaart vangen 

Elk kind krijgt een 'muizenstaart' (een lint of touwtje) aan de achterkant van hun broek vastgemaakt. De kinderen rennen door het lokaal en proberen elkaars staarten te pakken, terwijl ze hun eigen staart beschermen. 

Bestrijdingsmiddel: een bezem. 

Lokaal 7: muizenhol hoppen 

Plaats een aantal 'muizenholen' in het lokaal (hoepels of gekleurde cirkels op de grond). De kinderen moeten van hol naar hol springen zonder de grond buiten de cirkels te raken. Je kan het moeilijker maken door hoepels weg te nemen of te verplaatsen.  

Variatie 2: ze gooien tegelijk de bestrijdingsmiddelen naar elkaar door en die mogen ook niet buiten de hoepels vallen. 

Bestrijdingsmiddel: fluitje (of trommel van kookpot en lepel) om muizen weg te jagen met lawaai. 

Einde van het spel  

Terug in het eerste lokaal gebruiken de ribbels hun verzamelde bestrijdingsmiddelen om de muizensporen op te ruimen. Bedank de kinderen voor hun harde werk en geef hen (optioneel) een certificaat van 'Muizenbestrijder'. Sluit af met een vrolijk moment om te vieren dat de lokalen weer schoon en muizenvrij zijn!