Kennismakingsspelletjes

Details

Duur: 20 minuten

Intensiteit: zwaar

Leeftijd: van 7 tot 20 jaar

Spelers: van 5 tot 20

Thema's: Kennismakingsspelen

-9:

  • Dekentje, dekentje aan de wand

Twee groepen zitten tegenover elkaar. Tussen hen in staan twee begeleiders met een deken, waardoor de 2 groepen elkaar niet zien. Van elke groep schuift één persoon naar voren, tot voor het deken. Op het moment dat de begeleiding het deken weghaalt, roepen de 2 personen in het midden, zo snel mogelijk de naam van de andere persoon. Degene die de naam van de ander als eerste roept (raadt), heeft gewonnen. Hij neemt de verliezer mee naar zijn eigen groep. In welke groep schiet er nog maar 1 persoon over ?

  • Kennismakingszitten

De spelers zitten naast elkaar in een cirkel op een stoel. De leiding stelt nu een vraag, vb.: Als je 1 zus hebt mag je een plaatske naar rechts doorschuiven. Indien de persoon rechts van jou geen zus heeft, moet deze gewoon blijven zitten, en moet je dus op de schoot van deze persoon gaan zitten.

  • Naam-estafette

De leden staan op een aantal rijen. Op het fluitsignaal kruipt de laatste van elke rij door de benen van zijn/haar medespelers. Hij zegt telkens de voornaam van de persoon wiens benen hij door gaat. Hij/zij komt vooraan te staan en moet zijn eigen naam roepen. Pas dan mag de volgende vertrekken. Het team dat als snelste de overkant bereikt, wint!

 

-12:

  • Ben ik jij?

De deelnemers zitten met hun rug naar de leid(st)er. De leid(st)er speldt op hun rug de naam van een andere speler. De spelers stellen vragen aan elkaar, bv." Heb ik bruin haar?". De anderen mogen enkel antwoorden met ja of nee. Je mag geen namen vragen (bv. Ben ik Jos?) Door de vragen te stellen kan elke speler te weten komen welke naam er op zijn rug staat. Weet hij/zij het, gaat hij bij die persoon en vraagt: "Ben ik jij?"

  • Leute veur de meute

Alle spelers gaan in een kring staan. 1 speler staat in het midden. de bedoeling is dat de speler in het midden iemand probeert te tikken in de kring. de anderen in de kring verhinderen dit door de naam te roepen van de speler die getikt zou worden. na elke poging van de tikker moet hij terug naar het midden van de cirkel. als iemand getikt wordt, wordt deze tikker. je kan het spel zo lang laten duren als je wilt, natuurlijk als iedereen de namen begint te kennen kan je het spel stoppen.

  • Citroen citroen

De spelers zitten in een kring op stoelen (aantal stoelen = aantal spelers -1). De spelleider duidt een vrijwilliger aan om in het midden te gaan staan. De spelleider roept 2 willekeurige namen uit de groep; deze personen moeten zo snel mogelijk van plaats verwisselen. De persoon in het midden mag tijdens het wisselen proberen één van de plaatsen in te nemen door erop te gaan zitten. Degene die daarna geen plaats heeft, blijft in het midden staan en probeert een stoel te bemachtigen wanneer de volgende namen worden geroepen. De spelleider kan ook meer dan 2 namen noemen. Als de spelleider "citroen citroen" roept, moet iedereen van plaats verwisselen.

 

-14:

  • Ken je mede-groepslid

Elk kind vult op voorhand individueel een vragenlijst in. We maken een bord (zoals bij twister, een draaischijf) met alle namen op van de kinderen. Om de beurt mag iemand draaien aan het rad. Bij de naam waar de pijl stopt, over die persoon gaat de vraag. Alle nummers van de vragen zitten in een potje. Dus als je aan de beurt bent draai je een naam en neem je een nummertje uit het potje. De vraag die met dat nummertje overeen komt, wordt gesteld. Iedereen probeert te antwoorden. Wie kent de meeste antwoorden ?

  • Zoek iemand die…

Tijdens het spel Zoek iemand die... lopen de kinderen door de ruimte en proberen aan de hand van een bepaalde vraag de persoon te vinden die een bepaalde eigenschap heeft. Als ze "iemand die van pizza houdt" of "iemand die graag voetbalt" vinden, schrijven ze de naam van die persoon op hun checklist en gaan ze op zoek naar de volgende persoon in de hoop dat die persoon voldoet aan een van de andere kenmerken op de lijst. Het doel is om binnen een bepaalde tijd zoveel mogelijk mensen te ontmoeten en met ze te praten, zodat ze alle kenmerken op een naam kunnen schrijven.

  • Bijnamenspel
  • De spelers zitten in een kring. Eén van de spelers start het spel door zich voor te stellen. Daarbij noemt hij zijn naam, en kiest hij een bijnaam die begint met de eerste letter van zijn eigen naam (de bijnaam kun je ook laten verzinnen door de anderen uit de groep), bijvoorbeeld "Grappige Gijsbert". De speler links van hem neemt het over en zegt "Ik ben Handige Harry en naast mij zit Grappige Gijsbert". De speler daar links van vervolgt en zegt "Ik ben Melige Marieke en naast mij zitten Grappige Gijsbert en Harrige Harry". Wat er moet gebeuren wanneer iemand een naam vergeten is, daar kun je zelf iets creatiefs op verzinnen. Tijdens het namenrondje kun je iedere speler ook iets over zichzelf laten vertellen, zodat het niet een kaal "namenrondje" is.

 

-16:

  • Rebussenspel

Alle deelnemers krijgen papier en potlood. Ze krijgen 10 minuten tijd om, in de vorm van een rebus of een tekening, zichzelf voor te stellen. Nadien worden alle tekeningen aan de muur opgehangen. De deelnemers gaan nu naar alle rebussen kijken en trachten zoveel mogelijk oplossingen op te schrijven. Daarna kijk je wie er gewonnen heeft.

  • 2 leugens, 1 waarheid

Iedereen moet twee dingen over zichzelf opschrijven die niet waar zijn (de leugens) en één die wel waar is (de waarheid). Daarna moeten de deelnemers onderling de papiertjes uitwisselen en gesprekken voeren om uit te vinden wat van de ander waar is en wat juist niet. De deelnemers krijgen twee minuten om hun drie dingen op te schrijven. Daarna krijgen ze de tijd om met elkaar in gesprek te gaan om uit te zoeken wat de leugens en waarheden zijn.

  • BINGO

Het doel van dit spel is dat de spelers door de ruimte lopen en de namen verzamelen van de spelers die de genoemde eigenschappen op het bingokaart hebben. Zodra een iemand een volledige rij (5 op een rij) heeft, horizontaal, verticaal of diagonaal, roept hij of zij "BINGO!" en heeft gewonnen.

Dit spel vergt een beetje voorbereiding. Maak een bingo kaart van 5 bij 5 vakjes, met interessante feiten in de vakjes geschreven. Deze feiten kunnen grappige of vreemde dingen zijn. Bijvoorbeeld:

  • Houdt van vissticks
  • Is in Parijs geweest
  • Spreekt meer dan twee talen
  • Heeft nog nooit in een vliegtuig gezeten
  • Heeft meer dan 2 broers
  • Speelt graag voetbal

Enkele spelregels:

  • Van elke persoon met wie je praat mag maar één vakje van worden weggestreept. De naam van de speler moet in het hokje geschreven worden.
  • Om te winnen moet een speler 5 op en rij hebben, dit mag horizontaal, verticaal of diagonaal zijn. Als een speler dit heeft moet diegene Bingo roepen en kan de spelleider controleren of het klopt.
  • Zodra iemand "Bingo!" roept, gaat iedereen zitten en mag de speler die bingo heeft vertellen welke eigenschappen bij wie horen.
  • Eventueel kan je elke speler vragen zijn weetje toe te lichten. Deze regel is een leuke manier om humoristische of bijzondere dingen over iemand te weten te komen.

 

+16:

  • Het verhaal van…

Iedereen heeft een persoonlijk voorwerp mee. Dat kan gaan van een juweel, huissleutels, leidingskoord,... tot ... Nu zet iedereen zich per 2. Zij geven elkaar hun voorwerp en vertellen hun verhaal ( naam, leeftijd, hobby's, studies, eventueel naam van lief, waarom lid van de chiro,... ). De ander luistert aandachtig en probeert alles te onthouden. Na zo'n 5-tal minuten geeft de begeleiding een sein. Iedereen gaat op zoek naar een andere partner. Iedereen geeft het persoonlijk voorwerp door van hun vorige partner en ook diens " levens " verhaal. De nieuwe partner luistert aandachtig en probeert te onthouden. Dit wordt nog enkele malen herhaald en dan komtbiedereen terug bij elkaar in een cirkel zitten. Iedereen vertelt één voor één het levensverhaal + persoonlijk voorwerp dat zij het laatst gehoord hebben. De persoon over wie het verhaal gaat, bevestigt of de informatial dan niet juist was en corrigeert. Want je kan er zeker van zijn dat er van het oorspronkelijk verhaal misschien enkel nog de naam van de persoon overschiet.

  • Ademnood

Iedereen zit in een kring op de grond met voor zich een badje gevuld met water. Alle deelnemers, op 1 na, houden hun gezicht (vooral neus en mond) in het water zodat ze niet meer kunnen ademen. De persoon die nog vrij kan ademen, noemt een naam uit de groep en steekt zijn/haar gezicht dan ook in het water. De persoon, wiens naam genoemd werd, komt naar boven, haalt diep adem en noemt een andere naam uit de groep en steekt zijn/haar gezicht weer in het water, enz... Personen die in ademnood verkeren doen best teken met hun handen of iets dergelijks dat ze vernoemd willen worden !!! à Probeer iedereen op tijd te voorzien van zuurstof! Let er als begeleiding op dat er geen mensen verdrinken...

  • Dilemmaspel

De leiding bereidt op voorhand enkele ‘zou je liever’-vragen voor (bv. ‘Zou je liever  10 jaar ouder zijn of 4 jaar jonger?’). De leden kunnen ook zelf vragen bedenken. Iedereen gaat in een grote kring zitten. Om beurten mogen de leden een vraag trekken. Deze moeten ze dan beantwoorden. Je kan dit eventueel ook in kleinere groepjes spelen.