Tafeltje-dek-je, tentje-zet-je

Details

Duur: 60 minuten

Intensiteit: hevig

Leeftijd: van 12 tot 18 jaar

Soort: competitie

Terrein: Op jullie eigen kampterrein!

Thema's: tenten opzetten

Tenten opzetten. Dat is niet altijd de leukste activiteit. De leden zijn moe van bijvoorbeeld hun lange fietstocht en toch moet het gebeuren. Maar niet getreurd, de Afdelingscommissie heeft het perfecte plan uitgewerkt om tenten opzetten tien keer leuker te maken!

Uit Dubbelpunt mei 2022

Doel van het spel

Op een speelse manier jullie tenten opzetten!

 

Voorbereiding 

Bepaal waar de tent(en) moeten komen 

Zorg dat de bakken met materiaal, zeilen, piketten, … vooral niet te dicht bij die plaats staan, maar wel op één centraal punt.

Verdeel (als jullie groep groot genoeg is voor meerdere tenten) de groep in het aantal tenten (dus in twee ploegen als jullie twee tenten hebben, in drie ploegen als jullie drie tenten hebben enz.) 

Tip: speel dit spel tegen een andere afdeling (bv. keti’s vs. aspi’s).

 

Materiaal 

  • Evenveel wasspelden als ploegen. Verstop ze op voorhand op het terrein.
    TIP : markeer ze zodat je leden zeker met de juiste wasspeld afkomen!
  • Tenten
    Maak aan het begin van het spel goede afspraken over omgaan met de tenten. Het is niet de bedoeling om tenten van andere ploegen te saboteren. Gescheurde zeilen herstellen is een dure aangelegenheid.
  • 3x evenveel bekers als er teams zijn (en eventueel plakband om ze vast te plakken) 
  • 3x evenveel pingpongballetjes als er teams zijn
  • Evenveel tafels als er teams zijn
  • Weegschaal 
  • Appels 
  • Voor elk team een doos 
  • Voor elk team een stuk karton 
  • Voor elk team een dier uitgeknipt uit papier of karton 

 

Verdeling in ploegen 

  • Hebben jullie maar één tent, dan hebben jullie maar één ploeg.
  • Hebben jullie meerdere tenten, verdeel de ploegen (één tent per ploeg) dan aan de hand van het volgende spelletje: 
    Laat alle leden een schoen uitdoen. Zet de schoenen van alle teamleden bij elkaar. Je hebt dan evenveel hoopjes als teams en tenten. 
  • Twee of drie afdelingen spelen tegen elkaar: dat zijn de ploegen. 
    Zijn de afdelingen heel groot en willen jullie het toch tegen elkaar spelen? 
    => Verdeel elke afdeling aan de hand van het hierboven beschreven spelletje in het aantal tenten dat ze hebben. Jullie hebben dan bv. aspitent 1, aspitent 2, ketitent 1, ketitent 2 en ketitent 3.

 

Start van het spel 

Tijdens dit spel gaan we de tent op een leuke manier opzetten. We doen dat aan de hand van opdrachtjes.

 

Het spel met een ploeg 

De tijd is onderverdeeld in zes keer tien minuten. Die tien minuten mogen de ploegen besteden aan een opdracht. Het is natuurlijk de bedoeling dat de leden veel sneller zijn, want in de resterende tijd kunnen ze de tent opzetten. Na elke tien minuten start de volgende opdracht.

 

Het spel met meerdere ploegen

De ploegen doen opdrachtjes tegen elkaar. Ploegen die klaar zijn met hun opdracht mogen hun tent opzetten terwijl de andere ploegen verder aan de opdracht werken. Wanneer de laatste ploeg klaar is met de opdracht stoppen de teams met het opzetten met hun tent en wordt een nieuwe opdracht uitgelegd. 

 

Opdrachten 

  • Verplaats al jullie materiaal (palen, zeilen, piketten,...) naar de plek waar de tent opgezet moet worden. Is al jullie materiaal verplaatst, dan mogen jullie aan jullie tent werken totdat het laatste team klaar is of tot de tien minuten om zijn.
  • Er zijn op het terrein evenveel wasspelden verstopt als er ploegen zijn. Vind een wasspeld! Heeft je ploeg er een gevonden? Dan mogen jullie aan jullie tent werken tot ook het laatste team er een gevonden heeft of tot de tien minuten om zijn.
  • Elk team krijgt een tafel met achteraan drie bekers naast elkaar. Elk team moet proberen een pingpongballetje in elke beker te krijgen. Dat doen ze door het balletje eerst te laten stuiteren op de tafel. Hoeveel het stuitert, maakt niet uit, zolang het maar minsten één keer is. Zijn jullie klaar? Dan mogen jullie aan jullie tent werken tot het laatste team ook drie balletjes gescoord heeft of tot de tien minuten om zijn. 
  • Grondzeil omdraaien: elk team moet hun grondzeil omdraaien terwijl ze er zelf op staan. Zijn jullie klaar? Dan mogen jullie aan jullie tent werken tot het laatste team daar ook in geslaagd is of tot de tien minuten om zijn. 
  • Elk team krijgt een appel en moet er stukken van bijten tot hij exact 100 gram weegt. Ze mogen drie keer komen wegen per appel om te testen hoe ver ze zitten. Zitten ze onder de 100 gram? Dan moeten ze opnieuw beginnen. Elk team krijgt max. twee appels. Een team dat het doel behaald heeft, mag verder bouwen totdat het laatste team het doel ook bereikt heeft, tot alle teams hun appels verspeeld hebben of tot de tien minuten om zijn. Heeft een team het doel niet gehaald maar zijn hun appels op? Dan moeten ze wachten tot alle teams klaar zijn of tot de tien minuten om zijn. 
  • Elk team krijgt een papieren of kartonnen dier. Dat dier moet in zijn hok geraken (een doos verder op het terrein). Elk team krijgt een stuk karton en daarmee moeten ze hun dier in het juiste hok wapperen. Ze mogen het dier zelf niet aanraken, er mag enkel met het karton gewapperd worden om het dier te verplaatsen. Ook het hok mag niet aangeraakt worden. Zijn jullie klaar? Dan mogen jullie aan jullie tent werken tot het laatste team hier ook in geslaagd is of tot de tien minuten om zijn. 

 

Einde van het spel 

De ploeg die als eerste de tent opgezet heeft, wint het spel en heeft een tent om in te slapen. Als het mooi weer is, kan je de leden zelfs laten slapen in hun half opgezette tent.

 

Tip: Check achteraf de veiligheid van de tent (snel-snel opzetten is vaak niet hetzelfde als goed opzetten en de tent moet nog tien dagen meegaan). 

TIP: Je kan dit spel ook spelen om de tent af te breken. Alles teams starten dan met een opgezette tent en moeten om het snelst al het materiaal van de tent op het centrale verzamelpunt krijgen!