Machiavelli-bosspel

• Burger: De burger probeert naar het middenplein te lopen. Hij moet daar dan wachten op een tegenstander om een dobbelsteenwedstrijd te spelen. Ze rollen dan elk met 2 dobbelstenen en de persoon met het hoogst aantal ogen wint en krijgt de beloning. Bij even hoge aantal ogen wordt er opnieuw gerold tot er een winnnaar is. De ander krijgt niks. Indien er na één minuut geen tegenstander komt opdagen mag hij zelf rollen met de dobbelsteen.  

• De koopman: De koopman is hetzelfde als een burger maar die speelt voor dubbele inzet. 

• Moordenaar: Wanneer hij iemand aantikt moet hij blad steen schaar spelen tegen de aangetikte. Als de aangetikte verliest moet hij naar het kerkhof (bij de begeleiders) en is hij 3 minuten buiten spel doordat hij vermoordt is. Als de moordenaar verliest kan hij voor 10 seconden niet dezelfde speler aantikken die hij juist aangetikt heeft.  

• Dief: Als de dief iemand aantikt speelt hij blad steen schaar tegen de aangetikte en indien hij wint krijgt hij de speelkaart(en) van de aangetikte. Als de dief verliest kan hij voor 10 seconden niet dezelfde speler aantikken die hij juist aangetikt heeft. 

• Koning: Wanneer de koning getikt is moet hij blad steen schaar spelen met de tikker. Als de magiër van zijn eigen ploeg hem binnen de 5 seconden tikt kan hij de plaats van de koning innemen zodat de koning niet moet vechten. De koning beslist zelf als de magiër of hij speelt. Indien de magiër hem niet kan aantikken binnen de 5 seconden speelt de koning sowieso zelf. De koning beschermt ook de burgers, koopman(nen) en bouwmeester(s). Als er één van hen getikt is en de koning kan zijn eigen burger binnen de 5 seconden aantikken dan hoeven ze niet blad steen schaar te spelen. Dan is zowel de getikte als de koning voor 5 seconden vrij en kunnen ze niet aangetikt worden door die die hen net tikte.  

• Magiër: De magiër kan in een spel gebruik maken om 2 personages te verwisselen. Bijvoorbeeld persoon A is koopman en persoon B de dief dan kan de magiër hen verwisselen. Dan wordt persoon A de dief en pesrsoon B de koopman. Dit kan men wel maar 2 keer toepassen in een spel. Dit doet men ook aan het middenplein bij de begeleider zodat de begeleider ervan op de hoogte is. De magiër heeft ook de magie om de plaats van de koning in te nemen als de koning aangetikt is. Als de magiër binnen de 5 seconden dat zijn koning aangetikt is hem tikt, dan kan hij de plaats van zijn koning innemen en is de koning terug vrij.  

• De bouwmeester: Hij is de man die met de verzamelde speelkaarten een boom mag kopen. Een boom kopen kan je doen met 5,6,7 of 8 speelkaarten. 

• Prediker: Hij kan zijn bomen beschermen. Binnen een straal van 1m van een boom die van zijn groep is kan hij NIET aangetikt worden door iemand van de tegenstander. Bijgevolg kan hij dus niet vermoord of bestolen worden binnen die 1m. Als iemand van de tegenstander(bouwmeester) probeert de boom( van 5,6 of 7 speelkaarten) over te kopen kan de prediker hem aantikken binnen die straal van 1m. Als dit lukt van de prediker is de bouwmeester zijn speelkaarten kwijt en heeft de prediker zijn boom beschermd. De speelkaarten worden dan terug gegeven aan de spelleiding.   

​

​

• We spelen in 2 groepen. De bedoeling is om zoveel mogelijk bomen in het bezit te krijgen door middel van die te kopen. Om die te kunnen kopen heb je speelkaarten nodig.  

• We zetten in het midden van het bos een tafel met 4 dobbelstenen op. De burgers/koopman(nen) van iedere groep moeten proberen die tafel te bereiken. Wanneer van elke groep 1 iemand aanwezig is gooien ze elk met 2 dobbelstenen (geen meerdere keren proberen binnen dezelfde poging), de groep die de hoogste ogen gooit is gewonnen en krijgt een beloning. De tafel( en straal van 1m) is een veilige zone en kan je bijgevolg niet aangetikt worden door iemand. 

• Indien er iemand 1 minuut alleen aan de tafel staat dan mag hij alleen spelen zonder tegenstander met als gevolg dat hij sowieso gewonnen is.  

• Gooit met 1-9: men krijgt 1 speelkaart 

• Gooit men 10-12: men krijgt 2 speelkaarten 

• Bij een koopman is dat x2 => dus hij krijgt dan 2 of 4 speelkaarten indien hij wint 

• De winnaar moet met zijn speelkaarten terug gaan naar de bouwmeester of naar hun kampplaats(veilige zone) 

• De verliezer is verloren en mag de eerstvolgende minuut niet meer proberen aan de tafel  

• Er mag maar 1 iemand van elke groep in de veilige zone aan de tafel staan.  

• Het kerkhof bevindt zich ook in het midden, zo hoeft er één begeleider bij het kerkhof te zijn alsook bij de tafel met de dobbelstenen. 

• Wanneer iemand met speelkaarten vermoord wordt dan verdwijnen deze kaarten en moet hij ze afgeven aan de spelleiding. 

• Wanneer een boom in bezit is van groep A door er 5 kaarten voor te betalen kan groep B die boom ‘overkopen’ door middel van 6, 7, of speelkaarten te betalen. Vanaf dat een boom 8 speelkaarten waard is kan deze boom niet meer overkocht worden en blijft hij voor de rest van het spel bij die bijhorende groep.  

• Wanneer men speelkaarten terug moet geven aan de spelleiding, dan loopt men met één hand in de lucht zodat het duidelijk is dat die speelkaarten niet meer in het spel zijn. 

• Speelkaarten die aan de spelleiding gegeven worden worden door de spelleiding terug aan de tafel met de dobbelstenen toegevoegd.  

• Aan de boom hangen we een blad. De onderste 1/3 plooien we op en plakken we, zo kunnen we de kaarten op een veilige manier bij de boom steken. Dit helpt ook als er twijfel is dat de spelleiding het makkelijk kan controleren. De bouwmeester heeft ook een balpen bij en schrijft op hoeveel speelkaarten hij er in heeft gestoken alsook de groep die hij is.