Vierkantemeterspel

Details

Bijlages

Duur: 150 minuten

Groepen: 0

Intensiteit: zwaar

Leeftijd: van 6 tot 35 jaar

Spelers: van 0 tot 100

Terrein: Kleine lokalen

  1. Losmakertje 

 

We starten met een actief spelletje dat gelinkt is aan de titel van de blok. 

 

Het spel is ‘over de streep’. Hierbij is er een vierkant in 4 gelijke delen verdeeld. De groep wordt in 4 groepjes verdeeld, elk groepje staat in 1 vak. Het is nu de bedoeling om zoveel mogelijk mensen van een ander vak in jouw vak te trekken. Wanneer dit gelukt is behoord deze persoon tot jouw team. De bedoeling is om alle andere groepen in jouw vak te krijgen. 

 

  1. Inleiding: Wat kunnen we allemaal doen in een klein lokaal 

 

Er wordt aan de deelnemers gevraagd wat er allemaal in een klein lokaal gedaan kan worden. Hieronder staat een lijstje met dingen die er allemaal gedaan kunnen worden. Bij sommige onderdelen staat er een klein spelletje dat gespeeld kan worden, bij de andere kan er kort uitgewisseld worden. 

 

  1. Fopspelen 

Dit is ideaal om te doen in een klein lokaal vermits er niet veel plaats voor nodig is. 

Spelletjes 

  • Zwarte magie 

  • De spelleider duidt verschillende voorwerpen aan in een bepaalde volgorde. De andere moeten raden welk voorwerp het ‘juiste’ is.  

  • Voor de spelleider: het juiste voorwerp is telkens hetgeen na het zwarte voorwerp dat je aanduidt. 

  • Je kan het spel verschillende keren spelen totdat iedereen het door heeft. 

  • Het land van geenernogie 

  • De spelleider zegt verschillende voorwerpen die in het land van Geenernogie kunnen voorkomen. De deelnemers moeten raden of het voorwerp aanwezig is in het land of niet. 

  • Voor de spelleider: alle voorwerpen met een R of een I zijn niet aanwezig in het land van GeeneRnogIe. 

  • Bijvoorbeeld: lamp, bank en tas zijn aanwezig, vork, koffie en paraplu zijn niet aanwezig 

  • Gekkenhuis 

  • Iedereen zit in een kring. Één persoon wordt naar de gang gestuurd. De spelleider legt het spel ‘gekkenhuis’ uit aan de rest. De weggestuurde persoon zal zo dadelijk binnen komen en vragen stellen aan iedereen. Maar alle deelnemers zijn in het gekkenhuis beland en kunnen niet meer normaal antwoord geven op vragen. De bedoeling is dat je telkens antwoord op de voorgaande vraag. Degene die als eerste een vraag krijgt antwoord met ‘gekkenhuis’. De persoon die vragen stelt moet erachter komen wat er aan de hand is.  

  • Gekruist of rechtdoor 

  • Iedereen zit in een kring. Iedereen geeft de stokken gekruist of niet gekruist aan zijn/haar buurman/vrouw en vraagt daarbij: "is dit goed?" De volgende doet hetzelfde, enzovoort. 

  • De spelleider antwoordt of het goed is of niet. Het is bijvoorbeeld goed wanneer je de stokken gekruist doorgeeft als je je benen ook gekruist hebt en je de stokken ongekruist doorgeeft als je benen niet gekruist zijn. 

 

  1. Quizzen 

Een quiz kan altijd gedaan worden als het slecht weer is in een klein lokaal. Er zijn dan ook veel verschillende soorten quizzen die toegepast kunnen worden: pisquiz, muziekquiz, uitbeeldquiz, pictionnary 

Spelletje 

We spelen nu een super korte quiz met 3 rondes. Hiervoor worden de deelnemers per 4 in een team gedeeld.  

  • Eerste ronde:  

Eén deelnemer van elk team mag om de beurt naar voren komen en moet iets tekenen. Het team moet binnen de minuut kunnen raden wat het is. 

  • Tweede ronde:  

Er wordt een liedje opgezet, 1 persoon van een team moet naar voren lopen en op een fluitje blazen als hij denkt dat hij de titel en uitvoerder weet. Dit kan een 5-tal keren gedaan worden 

  • Derde ronde:  

Eén deelnemer van elk team mag om de beurt naar voren komen en moet iets uitbeelden. Het team moet binnen de minuut kunnen raden wat het is. 

 

  1. Gezelschapspelletjes/kaarten 

Ideaal om te doen met iets kleinere groepen, of door de groep op te splitsen. Er kan ook een pokertoernooi of dergelijke georganiseerd worden. 

 

  1. Kleine kringspelen 

Spelletjes 

  • Handenklapspel/Lopend vuurtje 

Iedereen zit in een kring met de linkerhand onder de arm van de linkerbuurman en met de rechterarm over de arm van de rechterbuurman. Beide handen liggen plat op tafel of op de grond. Zo wordt een klap door gegeven. Als je 1 keer klapt op de grond of tafel, wordt de klap doorgegeven in de richting waarin hij ging. Als je 2 keer klapt, dan wisselt de richting. (kan ook met 3 klappen: de volgende persoon wordt overgeslagen. Ook kan er 4 klappen bij: dan wisselt de richting en wordt er een persoon over geslagen.) 

 

  1. Knutselen en armbandjes maken 

Je kan een aandenken knutselen of vriendschapsarmbandjes met macramé touw. Of als er binnenkort een spaghettidag of dergelijke aankomt, kan je de leden daarvoor inkleding laten maken. 

  1. Filmavond 

 

  1. Het kan ook groter 

 

Het lokaal dat je voorhanden hebt is vaak te klein als het buiten regent en je activiteit hebt. Wat doe je dan met 20 leden zonder dat het elke keer een quiz wordt? 

We willen de deelnemers uitdagen om hun creativiteit te gebruiken en ‘grote spelen’ aan te passen zodat ze in een klein lokaal gespeeld worden. Er mag niet afgedaan worden aan de intensiteit/energie van een activiteit.  

 

Opdracht 

Er zijn verschillende bekers met daarin een aantal kaartjes. Op elk kaartje staat geschreven waar de deelnemers rekening mee moeten houden.  

Vervolgens worden de deelnemers per 2 verdeeld en mag elk groepje uit elke beker een kaartje trekken. Ze bereiden dan het getrokken spel voor met het getrokken materiaal, dit met zo min mogelijk aanpassingen aan het originele spel (het moet herkenbaar blijven). 

Ze mogen ook meerdere combinaties trekken per groepje afhankelijk van het aantal deelnemers.  

 

Daarna worden de spelletjes kort gespeeld.  

 

Zakje 1 met te gebruiken materiaal 

  • Ballonnen 

  • Touwtrektouw  

  • Rugbybal  

  • Verf  

  • Tennisballen  

  • Bestek  

  • Eieren  

  • Waterpistolen  

  • Bierbakken   

  • Frisbee  

 

Zakje 2 met de typische buiten spelletjes 

  • Honkbal 

  • Trektocht/ pijltje trek 

  • Parcours 

  • Bosspel 

  • Waterballonnen gevecht 

  • Estafette 

  • Rugby 

  • Schipper mag ik overvaren  

  • Dikke Bertha  

  • Trefbal  

  1.  

 

Materiaal

1 rol Plakband  (of krijt als het buiten kan) 2 stokken (om te kunnen doorgeven) 10 flappen 10-tal stiften Muziekboxje (bluetooth of kabel voor gsm) GSM met een 5-tal liedjes om te raden Fluitje 2 zakjes/bekertjes (om papiertjes uit te trekken) 50-tal ballonnen  1 touwtrektouw   1 rugbybal   4 kleuren verf   50 tennisballen   10 lepels, vorken en messen   12 eieren   5 waterpistolen   10 bierbakken 5 frisbees   Pennen (1/deelnemer) 6 flappen  Post-its (3 per deelnemer) Bijlage 1: geknipt in twee enveloppen