WK caféspelen

Details

Duur: 120 minuten

Intensiteit: zwaar

Leeftijd: van 6 tot 8 jaar

Soort: competitie

Terrein: buiten

Thema's: WK

Bij 'tous ensemble' denken we meteen aan het WK voetbal. Maar er zijn nog veel meer wereldkampioenschappen. De ribbels mogen vandaag meedoen met het WK caféspelen. Hoe spannend is dat? En er is ook voor elke discipline een paralympische variant. Wie van de ribbels gaat er naar huis met een medaille?

Uit Dubbelpunt december 2021

Doel van het spel

De ribbels verdienen zoveel mogelijk punten voor hun land. Welk land wint het WK?

Voorbereiding

  • Maak medailles om na het spel aan de ribbels te geven.
  • Tip: knip cirkels uit karton en maak een gaatje bovenaan. Met touw maak je een ketting. Kleur je medailles paars en verzin een opschrift 'Beste ribbel' of 'Baas WK Caféspelen'.
  • Bepaal op voorhand al welke landen meedoen. Zo kan je een vlag maken van elk land. Je kan vlaggen afdrukken of zelf schilderen op een doek.
  • Maak op het terrein met balken de vorm na van een biljarttafel met zes vakken (zie spel biljart).

Materiaal

  • Hoepels
  • Ballen van dezelfde grootte
  • Tennisballen
  • Voetballen
  • Kleine ballen voor petanque
  • Kaartspel
  • Sjorbalken voor de ‘biljarttafel’
  • Verf
  • Een dartsbord van karton
  • Kleine takjes
  • Medailles
  • Vlaggen van de deelnemende landen
     

Verdeling in ploegen

Verdeel de ribbels in ploegjes per twee of vier – liefst een even aantal. Elke ploeg kiest welk land ze willen zijn. Die landen zullen strijden tegen elkaar op het WK. Als je op voorhand vlaggen hebt gemaakt, kunnen ze die bijvoorbeeld opspelden.

 

De punten

Bij de meeste spelen kunnen meerdere spelers punten verdienen. Het maximumaantal punten is de helft van het aantal ribbels. Als je met twaalf ribbels bent, kan je als winnaar dus zes punten verdienen. De speler op de tweede plaats krijgt er dan vijf, die op de derde plaats vier, enzovoort. Alle punten van de spelers worden opgeteld voor hun land.

Spelverloop

Discipline 1: Biljart

Maak met balken de vorm na van een biljarttafel met zes gaten, de open plekken tussen de balken. De ribbels moeten door de gaten een bal in het vak zien te krijgen. Leg meerdere ballen op het speelveld. Elke ribbel krijgt een andere bal, ze mogen enkel met die bal de ballen in het speelveld vooruitduwen en ze zo in een gat krijgen. Hun eigen bal is dus zogezegd de witte bal. Merk je dat dat te moeilijk is? Laat de ribbels dan gewoon de bal rechtstreeks in het gat spelen. De ribbels mogen om beurten spelen. Krijg je tijdens je beurt een bal in een gat? Dan mag je nog een keertje spelen.

Hou voor de puntentelling goed bij hoeveel ballen elke speler in een gat kon spelen.

Paralympische variant:

Maak de spelers van hetzelfde land per twee aan elkaar vast door hun benen aan elkaar te binden. Kunnen de duo's nog altijd levend biljarten?

 

Discipline 2: petanque

Geef elke ribbel een of twee balletjes om te gooien. Je kan daarvoor gewone tennisballen gebruiken. Nummer ze dan zodat er geen discussie mogelijk is over welke bal van wie is. Met de leiding gooi je een eerste bal, zorg dat die opvalt tussen de andere ballen. De ribbels proberen hun bal(len) zo dicht mogelijk bij dat balletje te gooien. Bij de puntentelling krijg je enkel punten voor je dichtste bal als je met twee ballen gooit.

Paralympische variant:

In deze versie spelen de ribbels per land. De helft van de spelers wordt geblinddoekt. Zij zijn nu de levende ballen. De andere spelers moeten hen in de richting van de bal sturen. Ze moeten zo dicht mogelijk geraken. Als ze tegen de witte bal sjotten en die rolt weg, mogen ze niet meer bewegen.

 

Discipline 3: tafelvoetbal

Geef elk land een eigen goal. Nu spelen de ribbels voetbal, maar alle landen spelen dus tegelijk tegen elkaar.

Paralympische variant:

Alle spelers van hetzelfde team worden aan elkaar vastgebonden. Ze moeten zich dus per vier verplaatsen. Je kan er hier voor kiezen om met twee goals te werken en landen te laten samenwerken.

 

Discipline 4: kaartspelen

Alle ribbels krijgen vier kaarten. Telkens als iemand van de leiding 'ja' zegt, geven ze een kaart door. Wie vier kaarten met dezelfde waarde heeft, moet op tafel kloppen, naar een hoop kussens lopen en zich laten vallen. De andere spelers springen zo snel mogelijk op die ribbel. Wie bovenaan ligt en dus laatst was, verliest. De speler die onderaan ligt, wint. Zo verdeel je dus ook de punten.

Tip: ben je met heel veel ribbels? Laat dan de landgenoten een aparte stapel vormen. Zo voorkom je dat de onderste ribbel platgedrukt wordt.

Paralympische variant:

Geef de winnaars van elke ronde telkens een beperking. Die speler mag bijvoorbeeld enkel op één been springen of moet zich met de voeten aan elkaar gebonden verplaatsen.

 

Discipline 5: levende pooltafel

Maak met zes hoepels eilanden op het terrein, zoals de gaten bij een pooltafel. Duid een land aan als tikkers. De tikkers zijn zogezegd de witte ballen. Zij moeten de andere ribbels proberen te tikken. Stel dat Rijul wordt getikt door Janne, dan moet hij in de dichtstbijzijnde hoepel gaan staan. Elly, die voor hetzelfde land speelt als Rijul, kan hem weer vrij tikken. Rijul mag dan weer over het terrein lopen. Na een vijftal minuten stop je het spel en tel je hoeveel spelers er in de hoepels staan. Daarna is het de beurt aan een ander land om tikker te spelen.

Paralympische variant:

De spelers mogen zich enkel op één been verplaatsen. De tikkers mogen wel hun beide voeten gebruiken.

Discipline 6: darts

Maak een dartsbord van karton en hang het aan een muur of boom. Zoek vele kleine takjes. Geef elk land een aantal takjes. Het is de bedoeling dat ze takjes in hun kleur verf dopen. Daarna mag iedereen om beurten vanop dezelfde afstand gooien. Wie in de roos raakt of het dichtst bij de roos komt, wint deze ronde.

Paralympische variant:

Kunnen ze het bord ook raken als ze geblinddoekt worden?

Einde van het spel

Wauw, de ribbels waren waardige WK-deelnemers. En daarom alleen al verdienen ze allemaal een medaille! Het land met het meeste punten mag ook kiezen welk spel jullie nog gaan spelen.