Ribbels op tocht

Rupsje Ribbel is een echte avonturier. Op zijn zoektocht naar ideeën voor zijn nieuwe uitvinding is hij helaas alle spullen voor die nieuwe uitvinding kwijtgeraakt.

Start van de tocht

In het lokaal vinden de ribbels een rugzak. Daarin zit een brief van Rupsje Ribbel, verder is hij leeg.

Briefje:

Liefste ribbels

Ik ben aan het werken aan een supercoole uitvinding! Maar ik heb jullie hulp nodig. Vorige week ben ik op stap geweest in jullie buurt en ben ik allemaal spullen kwijtgeraakt die ik nodig heb. Omdat ik het zelf veel te druk heb, wil ik aan jullie vragen om mij te helpen.

Kunnen jullie al mijn spullen gaan zoeken en ze teruggeven? Stop alle spullen die jullie gevonden hebben maar in de rugzak.

Dank je wel!

Rupsje Ribbel

Op tocht!

Stippel op voorhand de weg uit die je met de ribbels zal afleggen. Breng op de kruispunten van die route tekens aan waardoor de ribbels zelf kunnen ontdekken hoe ze moeten wandelen. Hang op verschillende plekken een paarse bol op om aan te duiden dat daar ergens een voorwerp van Rupsje Ribbel verstopt is. Zorg dat je op die plaatsen voldoende ruimte hebt om de opdrachten op een veilige manier uit te voeren: bv. een speelpleintje, een park, enz.

Opdrachten

Papieren vliegtuig

Voor een avonturier als Rupsje Ribbel is het heel handig als je kan vliegen. Dat gaan de ribbels nu oefenen. Elke ribbel maakt een papieren vliegtuig. Op een bepaalde afstand staat een emmer. De ribbels mikken om beurten hun vliegtuigje in de emmer. Geef hen enkele oefenpogingen en laat hen zelf beslissen wanneer hun poging 'voor echt' is. Hoe meer ribbels in de emmer gooien, hoe meer aanwijzingen je geeft die hen naar het verstopte voorwerp leiden.

In de goal trappen

Soms weet een avonturier niet meer waar hij is en moet hij toch te weten komen hoe hij zijn opdrachten moet volbrengen. Laat alle ribbels tien keer rond hun as draaien. Daarna moeten ze met één trap de bal in de goal krijgen. Leg meerdere ballen klaar zodat een aantal ribbels dat tegelijkertijd kunnen doen.

Woordzoekers

Maak enkele woordzoekers met woorden die te maken hebben met ribbels en Chiro. Doe dat bijvoorbeeld op de site woordzoekermaken.nl. Zet de ribbels in groepjes en geef hen elk een woordzoeker. Geef aanwijzingen naargelang het aantal woorden dat ze gevonden hebben.

Omgekeerd verstoppertje

Laat alle ribbels hun ogen sluiten. Neem één ribbel mee naar de plaats waar het voorwerp verstopt zit. De andere ribbels moeten na het startsignaal de verstopte ribbel en het voorwerp gaan zoeken. Als ze hem of haar gevonden hebben, gaan ze er heel stil bij zitten. Dat gaat door tot alle ribbels op de verstopplaats zitten. Geef de eerste verstopte ribbel eventueel een fluitje en laat hem of haar daar om de 20 tellen op blazen. Zo krijgen de zoekende ribbels af en toe een aanwijzing.

Kat-en-muis

Als je op avontuur gaat, schuilt het gevaar soms om de hoek. Speel kat-en-muis! Zet de ribbels met hun benen open in een kring. Eén ribbel is de kat en een andere de muis. De kat loopt achter de muis aan. Als de kat de muis kan tikken, wisselen ze van rol. Als de muis voor hij of zij getikt wordt in een muizenhol kan kruipen (= onder de benen van een ribbel), dan wordt de kat de muis en de speler die in het spel komt de kat.

Na het spel geef je tips over de locatie van het voorwerp.

Enkele tips voor onderweg:

• Geef elke ribbel een fluohesje en doe er zelf ook een aan
• Vermijd drukke en grote wegen
• Maak op voorhand duidelijke afspraken met de ribbels (bv. per twee naast elkaar, bij fluitsignaal aan de kant gaan, enz.)
• Stippel een tocht uit die niet té lang is

Uitvinding

Bij terugkomst aan het lokaal laat je alle voorwerpen die jullie gevonden hebben in het midden leggen. Geef de ribbels de suggestie dat jullie kunnen helpen om de uitvinding van Rupsje Ribbel te maken. Geef hen nog wat algemeen knutselmateriaal en zet hen in gang.

Op het einde van de dag stellen ze hun uitvinding aan elkaar voor en vertellen ze erbij wat die kan doen.

 

 

Materiaal

Papier Bal Woordzoekers Stiften Willekeurige voorwerpen die ze in de tweede fase in hun uitvinding moeten gebruiken. Knutselmateriaal: scharen, verf, lijm, stiften en potloden, karton, enz.