Massa Teambuilding 2.0, een spannend én groepsbindend spel
Details
Duur: 120 minuten
Groepen: 2
Intensiteit: zwaar
Leeftijd: van 14 tot 99 jaar
Spelers: van 16 tot 99
Soort: Teambuilding
Terrein: binnen
Thema's: Teambuilding
In dit spel gaan twee teams de strijd aan van dichtbij, maar toch ook van veraf. Dit spel kan voor eens en altijd bepalen wie het beste team is: -16 of +16; de jongens of de meisjes; jullie KLJ of die van een eindje verderop… Durven jullie de strijd uitvechten?
Spelvoorbereiding
Twee locaties
Het spel vindt plaats op twee verschillende locaties. Hoe ver deze locaties van elkaar liggen, maakt niet uit. Voorzie op beide locaties voldoende plaats, internet en een beamer. Dit is cruciaal om het spel op een goede manier te laten verlopen. Test voor het begin van het spel de verbinding en zorg voor een constante communicatie tussen de twee locaties. Tijdens het spel is het het gemakkelijkste om het scherm van de laptop - die op de beamer is aangesloten - op te delen in twee delen. Je gebruikt namelijk constant twee programma’s: Skype en Google Docs.
Materiaal
Maak in Google Docs een scoreblad met twee tabellen: één tabel voor elk team. Nummer je opdrachten en noteer al deze nummers in de tabel. Als een opdracht volbracht is, typt de verantwoordelijke de gewonnen punten ernaast en krijg je steeds een liveoverzicht van de stand. Zorg er ook voor dat op beide locaties hetzelfde materiaal aanwezig is en stal dit uit op een centrale plaats in het gebouw. Druk de opdrachtenlijst af in het groot of schrijf deze op grote affiches. Maak een routebeschrijving van het gebouw. Bijvoorbeeld: 2 stappen vooruit, 3 stappen naar links… en verstop ergens een envelop met daarin 20 te verdienen punten.
Spelverloop
Speluitleg voor de leiding
Geef de speluitleg in beide locaties op hetzelfde moment. Spreek een exact uur af wanneer je het spel start. Geef elke begeleider een taak. Zo heb je één scoreverantwoordelijke nodig die telkens het scorebord aanvult en voortdurend in contact staat met het andere team. Minimaal twee personen zijn verantwoordelijk voor de controle van de opdrachten en eventueel het briefen van de geslaagde opdrachten naar de scoreverantwoordelijke. In het ideale geval heb je nog een extra persoon over die het overzicht bewaart en aanduidt op de opgehangen opdrachtenlijst met welke opdracht ze reeds bezig zijn en welke al zijn uitgevoerd. Hij kan dit combineren met de taak van materiaalverantwoordelijke.
Doel van het spel
Het doel van het spel is om zoveel mogelijk punten te verzamelen binnen de tijd. Het is eigenlijk een soort ‘Eén tegen allen’, maar dan in twee grote groepen en vanop een grote afstand. Het team met het hoogste puntenaantal op het einde van het spel wint. Elk team start met 20 punten. Naast elke opdracht die je kan doen, staat het aantal punten dat je ermee kan verdienen. Ga zeker steeds zeggen aan de verantwoordelijke welke opdracht er is uitgevoerd. Voorzie ook twee à drie opdrachten die de teams via de liveverbinding tegen elkaar moeten uitvoeren.
Sabotage
De communicatie naar het andere team is cruciaal, want je kan de opdrachten van je tegenstander doen verdwijnen door ze af te kopen. Je staat de helft van de te winnen punten af en die opdracht wordt bij het andere team geblokkeerd voor de rest van het spel. Dit is vooral interessant als je via de liveverbinding ziet dat het andere team druk bezig is aan een opdracht. Blokkeer je deze, dan moeten ze stoppen. Ook als ze bijna klaar zijn. Voorzie 15 of 20 minuten voor het einde een twist in het spel, maar vertel er niets over bij het begin. Laat de teams op dat moment de geblokkeerde opdrachten terug vrijkopen voor de helft van de te verdienen punten. Brengen ze die opdracht nog tot een goed einde, dan winnen ze die punten nog. Als er weinig opdrachten geblokkeerd zijn, kan je reeds volbrachte opdrachten opnieuw laten uitvoeren voor hetzelfde aantal punten.
Opdrachten
Nummer elke opdracht. Noteer naast elke opdracht de te winnen punten. Makkelijke opdrachten leveren 10 punten op, moeilijke opdrachten 50. Geef ook naast elke opdracht weer hoeveel deelnemers minimum moeten deelnemen aan de opdracht. Hier vind je alvast enkele opdrachten die je kan gebruiken bij een +16-groep.
10 punten:
Zeg het Onze Vader (nieuwe versie) achterstevoren op.
Maak een strijdkreet met bijhorende beweging en doe hem met je groepje.
Maak een dansje van 1 minuut met minimum 8 verschillende danspassen.
Maak een bestektoren van 30 cm hoog die nergens tegen steunt.
Kleur je lippen met lippenstift en schrijf het woord ‘teambuilding’ op een blad door te kussen.
20 punten:
Beeld uit en maak volgende foto’s: trouwfoto, begrafenis, afstudeerfoto.
Leg een knoop in een touw zonder het touw los te laten.
Schil een aardappel in één schil.
Ga met je groep in een kring staan, ga op hetzelfde moment zitten op elkaar en blijf zo 20 seconden staan zonder te vallen.
Maak de namen van drie begeleiders met letterkoekjes.
30 punten:
Sorteer alle schoenen van klein naar groot.
Maak een reclamespot voor deze teambuildingsactiviteit.
Kruip met de hele groep door een krant.
Duid alle ‘O’s aan in een krantenartikel.
Klop het eiwit van vijf eieren stijf met de hand.
40 punten:
Kruip onder de tafel door, draai rond de tafel zonder de grond te raken. De anderen zitten op de tafel en kunnen helpen.
Laat iedereen op hetzelfde moment anderhalve minuut lang zwijgen.
Plak iemand aan een tafel vast zodat hij ondersteboven gehouden kan worden zonder eraf te vallen.
Verzamel exact 52,3 kg op een weegschaal.
Schiet vanop drie meter afstand met een elastiek vijftien pingpongballetjes van een flesje.
Lak vijf teennagels per persoon van vier personen, maar houd te allen tijde het borsteltje in de mond.
Bouw een toren met vier appels die minstens vijf seconden recht blijft staan.
50 punten:
Tril twee regenwormen uit de grond en geef ze een naam.
Zoek in een telefoonboek de juiste naam aan de hand van het telefoonnummer.
Verander drie mensen in een kleur: rood, groen en zwart. Zij mogen alleen kledingstukken van die kleur aandoen, van kop tot teen.
Blaas een pingpongballetje rond het gebouw.
Opdrachten tegen het ander team:
Alle andere opdrachten stoppen even. Zorg dat de camera op een plaats staat waar je de groep goed ziet.
Geef iedereen een ‘papke’ en doe een papkesrace.
Laat twee personen in een gesloten slaapzak wisselen van kleren.
Speleinde
Tel met beide teams op hetzelfde moment af. Het team dat op het slotmoment de meeste punten heeft, wint!