Inspraak- en bevragingsspel

Doelstellingen: 

1) Door middel van een ganzenbordspel groepen bevragen over noden en verwachtingen t.a.v. het gewest
2) Groepen informatie meegeven omtrent tal van ondersteuningsmogelijkheden.
3) D.m.v. een verslag van het spel “aandachtspunten” formuleren waarmee het gewest het komende werkjaar rekening kan houden bij het ondersteunen van de groepen of voor de eigen gewestwerking.

Verloop: 

Verdeel de leidingsploeg in 2 groepjes d.m.v. een kort methodiekje.  Elk groepjes kiest een pion voor het ganzenbordspel. 

Het ganzenbord bevat naast gewone vakjes ook vakjes met een pijltje (= een vakje terugkeren) en vakjes met een dobbelsteen (= nog eens gooien). Het spelbord heeft geen einde, dit wil zeggen dat elke pion meerdere keren het bord mag afgaan (totdat de tijd verstreken is of alle kaarten aan bod zijn gekomen).

De vakjes hebben 4 verschillende kleuren.  Deze kleuren komen overeen met 4 stapeltjes kaarten die naast het bord liggen : bonus-, straf-, opdracht- en stellingenkaarten.

PAARS = Bonuskaarten  

Wat ? Deze kaarten zijn bedoeld om een aantal dingen uit te leggen (voor zover ze nog niet gekend waren). Bv.: Dubbelpunt, de chiroverzekering, activiteiten van het gewest…

Te winnen?  Een bonuskaart geeft recht op een punt en iets lekkers.  Hoe meer bonuskaarten elk groepje verzamelt, hoe beter ze er dus voor staan
 

Voorbeeld : “Indien we van plan zijn om verbouwingswerken uit te voeren in onze lokalen kunnen we beroep doen op ondersteuning van het gewest/verbond”.

GROEN = Stellingkaarten

Wat? De persoon die een dergelijke kaart neemt beantwoordt de stelling. Iedereen mag hierop inpikken.  De spelbegeleider noteert zo goed mogelijk wat er gezegd wordt.  Hanteer max. 3 minuten per stelling.
 

Te winnen?  Niets
 

Voorbeeld : “Een gezamenlijke bekendmakingsaffiche met alle groepen van het gewest is een goed idee…” Eventueel kan je hier nog bijkomende vragen stellen hoe zij de bekendmakingsactie aanpakken en kan je eventueel tips geven (verwijs naar de brochure “Gezocht leden m/v”).

ORANJE = Strafkaarten
 

Wat?  Strafkaarten zijn er om de groep wat meer informatie te geven over o.a. het ondersteuningsaanbod van gewest, verbond,…
 

Te winnen?  Hiermee verliest de groep 1 punt
 

Voorbeeld : “Je hebt met je ploeg startdag gemist.  Spijtig, want dit is een ideale gelegenheid om kennis te maken met je verbond, de andere groepen, het jaarthema en leuke, vernieuwende spelen”. Eventuele bijkomende vragen : Wat vonden jullie van vorige edities?  Waarom spreekt jullie dit wel of niet aan?

BLAUW = Opdrachtkaart
Wat? : Er zijn twee soorten opdrachtkaarten :
 

A - Kaartjes waarop de opdracht beschreven staat die uitgevoerd moet worden. De opdrachten worden door de 2 groepjes tegen elkaar uitgevoerd. 
Te winnen : een punt

 

B - Genummerde kaartjes.  Deze verwijzen naar genummerde opdrachten die aan een wasdraad in het lokaal hangen.  Bv.: Wanneer een groep op een blauw vakje komt te staan en een blauwe kaart neemt met daarop “wasdraadopdracht 2”,  dan is het de bedoeling dat iedereen van beide groepjes zo snel mogelijk naar de wasdraad loopt en elk een kaartje pakt met daarop nr. 2  De opdrachten die op die kaartjes staan worden zonder te communiceren zo snel mogelijk uitgevoerd.  Kaartjes met éénzelfde nummer kunnen 2 verschillende opdrachten bevatten. Voor sommige opdrachten moeten mensen uit 1 ploegje samenwerken, voor andere opdrachten zullen diezelfde mensen elkaar moeten tegenwerken. 

Te winnen : niets

Voorbeeld : Sommige deelnemers moeten wild om zich heen blazen in het lokaal.  Andere deelnemers moeten ondertussen een kaartenhuisje proberen te bouwen.

Verslag en werkpunten

Bedoeling is dat er per besproken stelling een kort verslagje wordt gemaakt.  Op basis daarvan kan het gewest per groep werk- of aandachtspunten formuleren.  Hiermee kan het gewest aan de slag om de groep nog beter Steun Op Maat te voorzien.

Puntentelling :

De groep met de meeste punten is gewonnen.

De punten bestaan uit het aantal bonuskaarten – het aantal strafkaarten (indien meer strafkaarten dan bonuskaarten = 0) + punten behaalt tijdens het uitvoeren van de opdrachten.

Aandachtspunten

  • Je bent best met 2 : één om het spel te begeleiden en één om verslag te nemen
  • De stellingen, straf-, bonus en opdrachtkaarten zijn slechts voorbeelden.  Het is aangewezen om vooraf de kaarten aan te passen aan de situatie van je eigen gewest.
  • Alles is vrijblijvend.  Een groep is niet verplicht om een abonnement op Dubbelpunt te nemen, of deel te nemen aan gewestactiviteiten.  Stimuleren is de boodschap.  Maar keur geen groepen af die minder frequent aanwezig zijn. 

Materiaal

 Ganzenbord  1 dobbelsteen  Spelkaarten (4 stapels van 4 verschillende kleuren)  Genummerde kaartjes van 1 tot 6 met opdrachten aan een touwtje met wasspelden  Scoubidoudraad  Snoep of iets anders lekkers  Foto’s van chiromedewerkers  Boek kaarten  Fototoestel  Kranten  papier en stylo’s