Op dom geluk spel

Groepsverdeling: sjoelbak

Elke deelnemer schuift enkele schijven in de sjoelbak tot hij/zij scoort. Op de sjoelbak hangen boven de gaten, de kleuren van de verschillende groepen. Gescoord bij groen = je hoort bij de groene groep. Met wat dom geluk zijn de groepen eerlijk verdeeld. Zo niet, worden enkele deelnemers verplaatst van groep onder het moto ‘Je hebt weeral geluk en mag een andere groep kiezen.’

16 of 20 deelnemers  à 4 of 5 groepen van 4 personen

Per groep krijgt iedereen 1 kleur (groen, blauw, rood en geel).

Kennismaking en losmakertje: levende 4 op een rij

We hebben sjaans met het weer…

Als opwarmertje spelen we levende vier op een rij. Er liggen 16 hoepels of fietsbanden in 4 rijen met telkens 4 kolommen op ongeveer 10 meter van de groepen. Er spelen telkens twee groepen tegen elkaar. Bij het startsignaal lopen ze naar de hoepels en proberen met hun groep als eerste met vier op een rij te staan (horizontaal, verticaal of schuin) in de hoepels terwijl de andere groep dit ook probeert… Met een beetje geluk winnen ze.

Concept /speluitleg

Rad van fortuin

1. Spelletje (2 vakken op het rad)
2. Kraslotje
3. Opdracht
4. Wat is de kans?
5. Kop of munt
6. Fortune cookies
7. Geluksvogels

Bij winst krijgen ze een nummertje van de bingo. Elk nummertje hangt aan een touwtje, zoals op de kermis. Het winnende team van een spel/kraslotje/… trekt aan een touwtje en krijgt dit nummertje bij hun collectie

Doel:

Op het einde spelen we bingo. Alle groepen hebben een aantal nummertjes gewonnen. Bij de bingo worden nummertjes gedraaid, als het een nummertje is van één van de groepen, hebben zij het hele spel gewonnen. Als er een nummertje valt dat van niemand is, draaien we een tweede keer.

Rad van fortuin

1) Spelletjes

Dit vak staat 2x op het rad, zodat de deelnemers actief bezig blijven. De groep die “spel” draait, mag een spel nemen uit de grabbelton.

Bij elk spel wordt er aan het Twisterrad gedraaid. Dit lichaamsdeel wordt geëlimeerd bij de persoon in die bepaalde kleur (bv. rechterhand geel – De gele persoon mag tijdens dit spel zijn rechterhand niet gebruiken).

• Shit spel (2 groepen samen)
• Memory
• Kaarten omdraaien + vleeshoop
• Hoger lager
• Pang pang
• Hoekenspel: 4 hoeken, iemand staat in het midden. De hoek die wordt aangewezen is er aan, de deelnemers mogen overlopen
• Vlaggenroof: nummertjes door google (willekeurig getal)
• 21’en
• Dancebattle met Forgotify (nog nooit gespeelde op spotify)
• Galgje met woord uit wikipedia (willekeurige pagina)
• Break an egg (ik heb nog nooit)
• Levende zeeslag?
• Roulette

2) Kraslotje

Het team krijgt een kraslotje. Op dit kraslotje kan vanalles staan, sjaanskes en malsjaanskes. Bv.

• Trek een nummertje
• Geef een nummertje af
• Bij het volgende spel wordt er nog een lichaamsdeel geëlimineerd
• Op dom geluk wordt er een VKB’er aangeduid die het volgende spel met jullie meespeelt
• Kies een lichaamsdeel dat bij de andere teams wordt geëlimineerd
• …

  3) Opdrachten

• Willekeurig telefoonnummer: witte gids op een pagina opendoen en daar ergens hun vinger op leggen, dit nummer moeten ze bellen (op speaker) als de persoon opneemt hebben ze gewonnen.
• Boek met alle antwoorden
• Ja-nee vragen beantwoorden, maar dan moeilijke
• Zoek bv. een Maria

  4) Wat is de kans?

De deelnemers kiezen zelf iemand uit van een ander team en doen hiertegen “Wat is de kans?”. Ze mogen zelf iets kiezen om te doen. De andere deelnemer zegt wat de kans is, bv. 1 op 7 (max. 10). Er wordt afgeteld en ze zeggen allebei een getal. Wanneer dit verschillend is, blijft het hierbij. Wanneer het hetzelfde is, krijgt de winnaar van het spelletje een nummertje.

5) Kop of munt

De deelnemer zegt kop of munt. Er wordt getost. Als hij het juist heeft, krijgt hij een nummertje.

6) Fortune cookie

De deelnemer die dit draait krijgt een fortune cookie.

7) Geluksvogel

De geluksvogel heeft geluk. Hij/zij krijgt een vogelpak om aan te doen en krijgt daarboven op ook een nummertje, want hij/zij is de geluksvogel!

Afsluiter

Bingo: alle groepen hebben een aantal nummertjes gewonnen. Bij de bingo worden nummertjes gedraaid, de groep waarvan het nummertje valt, wint het hele spel. Als er een nummertje valt dat van niemand is, draaien we een tweede.

De winnaars krijgen een kindersurprise-ei, waar met wat geluk iets leuk in zit

Materiaal

- Dobbelstenen, muntje of boek kaarten - Sjoelbak - Gekleurd papier (geel, groen, rood, blauw, 1 A4 blad van elk) - Plakband - Verf (geel, groen, rood, blauw) - 16 hoepels of fietsbanden - Rad van fortuin met mooie plaatjes (handig als dit (minstens) 8 vakken heeft) - Touwtjes met briefjes met nummertjes in een kermisconstructie - Grabbelton - Twisterrad - Memory (zie bijlage 1, 2x afdrukken in kleur op A4) - Boek kaarten - 4 Kegels - Sjaaltje - Gsm of laptop - Boxen - Flappen - Stift - Eieren (evenveel als aantal deelnemers) - Gekookte eieren (meer dan het aantal deelnemers) - Roulette - Kraslotjes (zelf te maken) - Telefoonboek + gsm - Boek met antwoorden - Moeilijke ja-nee-vragen - Munt - Fortune cookies - Vogelpak - Bingo - 4 kindersurpise-eieren