Waar is het magische ei van professor gelei?

Details

Duur: 120 minuten

Intensiteit: zwaar

Leeftijd: van 8 tot 10 jaar

Spelers: van 20 tot 20

Soort: speutocht

Waar is het magische ei van professor gelei?

Professor gelei is een verstrooide professor, maar voor één keer wist hij heel goed wat hij deed… Hij verstopte zijn magische ei en maakte er een heus mysterie rond. Alleen echte speurneuzen kunnen het vinden! Gaan de speelclubbers erin slagen het te vinden?

Doel van het spel

Dit spel is een speurtocht. De speelclubbers zullen moeten samenwerken om het ‘magische ei’ van professor gelei terug te vinden.  Ze zullen de aanwijzingen moeten volgen om bij hun eindbestemming aan te komen.

Spelverloop
Voorbereiding

-Maak de nodige briefjes. Let op de inkleding. Zorg er voor dat de briefjes er uitzien alsof ze van een verstrooide professor afkomstig zijn. Met andere woorden: je hoeft niet te letten op een koffievlek meer of minder. Kijk in de spelhandleiding om te weten wat er in de briefjes moet staan:

  • Boodschap voor in het lokaal.
  • Rode pijl met boodschap.
  • Tip met 6 locaties (in stukjes geknipt) 
  • De stukjes landkaart.

-Stippel de route uit die de speelclubbers zullen moeten volgen. Duid de route aan op een kaart en duid 3 checkpoints aan. Op deze punten zullen ze een opdracht moeten doen.
-Knip de kaart in zes stukken. Knip de zes stukken daarna nog eens in stukjes.

-Verstop het ei. Indien mogelijk doe je dit pas later in de activiteit, om te vermijden dat een toevallige voorbijganger ermee gaat lopen.
-Maak een ‘papje’ van smaken. De speelclubbers zullen moeten raden wat in de pap zit!  Vergeet niet om er ‘flubberige’ dingen in te steken.

-Leg het volgende extra materiaal klaar:

  • Fluohesjes
  • Lijm
  • ​Groot blad papier

Spelverloop

De speelclubbers vinden een boodschap

Begin de speluitleg met het verhaal dat jullie een briefje gevonden hebben tijdens het opruimen van het Chirolokaal. Je kan hierbij bijvoorbeeld zeggen dat je het vond ergens tussen twee stenen, onder een vensterbank, ergens op een plek in jullie gebouw waar je eigenlijk nooit kijkt . Laat een speelclubber het voorlezen:

 


De boodschap
 Proficiat! Dit is de eerste stap van een fantastisch leuk avontuur. Ooit was dit gebouw hier mijn laboratorium, mijn huisje. Jarenlang werkte ik aan experimenten met  flubberige dingen: snoepjes, boterhamsmeersel... Maar ook werkte ik aan een magisch ei! Zo kreeg ik mijn naam ‘professor gelei’. Het magische ei zit boordevol met mijn geleisnoepjes, maar het is magisch... Wat er in zit, hangt af van de vinder. Als een goede speurneus het vindt, zullen het lekkere snoepjes zijn ter beloning. Maar als het een slechte speurneus is, nemen de snoepjes een vieze smaak aan. Hoe vind je nu dit ei? Stapart mepet depe ropodepe pijpijl tepe zoepoekepen, daapaar opondeper vipind jepe meepeer<Kunnen jullie hier zo'n oud briefje van maken? Op een papier? Met een koffievlek ofzo? >

 

Laat de speelclubbers de code (p-taal) ontcijferen.


Boodschap 1: bewijs dat je een echte speurneus bent

Ga samen op zoek met de speelclubbers naar de rode pijl. Onder de rode pijl vinden ze volgende boodschap:

“Bewijs dat je een echte speurneus bent en leg de grote speurneuzentest af! Jullie zullen al jullie zintuigen nodig hebben”.

Laat de speelclubbers een zintuigentest afleggen. Hiervoor zullen ze drie testen moeten doen:

  • Laat hen een mengseltje proeven en geef hen de opdracht zoveel mogelijk ingrediënten te raden.
  • Blinddoek de speelclubbers en laat ze iets voelen. Geef hen de opdracht te raden wat het is.
  • Laat hen iets ruiken. De speelclubbers moeten ruiken wat het is.


Pas als de speelclubbers zelf beslissen dat ze goed genoeg zijn als speurneus, mogen jullie hen de volgende locatie vertellen. Als jullie het hen moeilijk willen maken, kunnen jullie hen een foto tonen van de volgende locatie. Dan laat je hen zelf raden waar die zal zijn.

 

Boodschap 2: bewijs dat je een beetje professor bent

 

Op de tweede plaats ligt  volgende boodschap verstopt:

“Professors zijn slim. Kan jij ook goochelen met woorden en cijfertjes?”
 

Laat de speelclubbers twee opdrachtjes doen. Als ze spelletje een succesvol afgerond hebben, geef je hen het eerste deel van de zin. Na het tweede spelletje geef je hen het tweede deel van de zin.

Opdrachten

  • Oefen samen met de speelclubbers eerst hun rekenskills in een spelletje. Laat de hele groep tellen tot x met de ogen toe (x= het aantal speelclubbers dat er is). Opgelet: elke persoon mag maar een nummer zeggen.  Als twee kinderen op hetzelfde moment een cijfer zeggen, moeten ze opnieuw beginnen.

  • In het tweede spelletje moeten ze de nummers gebruiken. Deel de groep in twee en laat ze op 2 lijnen tegenover elkaar staan, met voldoende afstand tussen. In het midden ligt een fluohesje. Ieder kind krijgt een nummertje aan zijn kant. Wanneer jullie een nummer roepen, moeten de speelclubbers zo snel mogelijk het fluohesje aan hun kant proberen te krijgen. Als ze getikt worden gaat het punt naar de andere ploeg. Om hen te laten rekenen als professoren kan de leiding bijvoorbeeld ook het nummer als een som roepen.

De schatkaart

De speelclubbers hebben in de vorige stap de hint gekregen waar de 6 delen van de puzzel liggen. Deze 6 delen zijn nogmaals verknipt in vele kleine puzzelstukjes. Door de puzzel te splitsen hoeft de ganse groep niet allemaal aan eenzelfde puzzel te werken, en kunnen ze het in kleinere groepjes doen. De 6 deelpuzzels vormen dan samen 1 grote kaart. Plak de kaart op een groot blad en laat ze al eens kijken of ze misschien een deel van de route herkennen. Je kan bijvoorbeeld het ei verstoppen aan een speeltuin, of andere leuke plek in je dorp.

Op tocht!

Nu de speelclubbers de kaart gepuzzeld hebben, kan de zoektocht beginnen. Op de kaart staan er 3 vlagjes, de zogenaamde checkpoints, een stippellijn die de route aangeeft, en een groot ei. Laat de speelclubbers de route volgen. Op de de checkpoints laat je hen een kleine opdracht doen . Hieronder vind je de drie opdrachten. Als ze een opdracht doen, krijgen ze een cijfer. Deze 3 cijfers hebben ze nodig om het slot rond het ei los te maken. Eens aangekomen bij de eindplaats geef je hen de opdracht om het ei zoeken. Wie zoekt die vindt!

  • Checkpoint 1: Zoek 2 personen die samen met jullie een gek liedje zingen. (Cijfertje: 2)
  • Checkpoint 2: Maak het woord ‘ei’ met jullie lichamen. Hoeveel letters zijn dat? (Cijfertje: 2)
  • Checkpoint 3: Verzamel personen met schoenmaat 38, 40 en 43. Tel al deze cijfers op. (Cijfertje: 4)

Einde van het spel

Nu het ei gevonden is, kunnen de speelclubbers het slot openen met de code die ze onderweg vonden. In het ei zitten er lekkere ‘gelei’ snoepjes, bijvoorbeeld jellybeans of gummybears. Verdeel deze onder de speelclubbers, en vraag hen of ze lekker smaken. Zo ja hebben ze net bewezen dat ze goede speurneuzen zijn!