Renovatieverplichting voor scoutslokalen

Vanaf 2022 is het verplicht voor jeugdlokalen om aan een aantal energiebesparende voorwaarden te voldoen en een minimaal energielabel te behalen.

Wanneer geldt de renovatieverplichting?

De renovatieverplichting geldt voor elk niet-residentieel gebouw dat vanaf 1 januari 2022 wordt overgedragen. Een overdracht is bijvoorbeeld een verkoop, het afsluiten of vernieuwen van een nieuwe erfpacht- of opstalovereenkomst of een schenking. Bij een verlenging van een erfpacht val je niet onder de renovatieverplichting.

De verplichting geldt dus ook wanneer je het gebouw al gebruikt en een nieuwe opstal- of erfpachtovereenkomst afsluit.

De energiebesparende maatregelen moeten binnen een termijn van 5 jaar (na verkoop, schenking of afsluiten van een erfpacht of opstal) uitgevoerd zijn.

Is het voor iedereen hetzelfde?

De maatregelen die je moet ondernemen, hangen af van de grootte van je gebouw. Je kan als eigenaar of erfpachtnemer een aangepast traject kiezen wanneer je gebouw een klein niet-residentieel gebouw is.

Klein niet-residentieel:

De bruikbare vloeroppervlakte van je gebouw is niet groter dan 500 m².
Wanneer je gebouw bestaat over ‘meerdere’ losse eenheden, mag de totale bruikbare vloeroppervlakte niet groter zijn dan 1000 m². Elke losse ‘eenheid’ mag niet groter zijn dan 500 m² bruikbare vloeroppervlakte.

Groot niet residentieel:

De bruikbare vloeroppervlakte van de eenheid is groter dan 500 m².

Welke ingrepen moet je ondernemen?

Ongeacht de grootte van je gebouw moet je een aantal minimale maatregelen nemen:

Dakisolatie	Als voor dakisolatie de minimale R-waarde van 0,75 m²K/W niet gehaald wordt, moet dakisolatie met een maximale U-waarde van 0,24 W/m²K geplaatst worden. Meer info over U- en R-waarde.
Ramen en deuren	Als enkel glas aanwezig is, moet je dat vervangen door beglazing met een maximale U-waarde van 1 W/m²K.
Verwarming	Alle centrale stookinstallaties voor ruimteverwarming die ouder zijn dan 15 jaar moeten vervangen worden, tenzij aangetoond kan worden dat de installatie aan de minimale installatie-eisen voor renovatie voldoet. Als er een aardgasnet aanwezig is in de straat, mag een stookolieketel niet vervangen worden door een nieuwe stookolieketel.
Koeling	Alle koelinstallaties die ouder zijn dan 15 jaar en gebruik maken van koelmiddelen op basis van ozonafbrekende stoffen of koelmiddelen met een GWP-waarde van 2500 of hoger, moeten vervangen worden door koelinstallaties die geen gebruik maken van die schadelijke koelmiddelen.

Minimaal energielabel

Naast de minimale maatregelen moet een gebouw binnen de 5 jaar na verkoop, opstalrecht of erfpacht een minimaal energielabel behalen.

De eigenaar of erfpachtnemer beslist zelf welke extra maatregelen er worden genomen om het energielabel te behalen. Op die manier kan je bekijken welke maatregelen het meest kosten-efficiënt en haalbaar zijn en het beste passen bij je lokaal.

Welk label moet je behalen?

Klein Niet-Residentieel gebouw:

Bij volledige verkoop, erfpacht of opstal van een gebouw

Label C en volgen vanaf 2035 hetzelfde langetermijn pad als eengezinswoningen

Alle andere kleine niet-residentiële eenheden

Label D en volgen hetzelfde langetermijn pad als appartementen

Voorbeeld EPC kNR

Groot Niet-Residentieel gebouw:

Label E

(minimaal aandeel hernieuwbare energie van 5%)

Voorbeeld EPC NR

En wat als je huurt?

Doorgaans houden de nieuwe voorwaarden voor niet-residentiële gebouwen geen verplichtingen in voor huurders.

Bij een gebouw dat als ruwbouw verhuurd wordt en waarbij de huurder zelf instaat voor de afwerking van het gebouw, zal de huurder alle technieken moeten aanleggen (verwarming, koeling) volgens de, dan geldende, minimum maatregel.

Een erfpacht of opstal valt niet onder huur. Wanneer je een erfpacht- of opstalovereenkomst hebt afgesloten ben je zelf verantwoordelijk (en niet de eigenaar) voor deze verplichting.