Crisis
Help, een noodsituatie op kamp! Geen paniek, volg dit stappenplan.
Tijdens de crisis
1. Zorg voor een veilige situatie voor jezelf, je leden en andere aanwezigen.
Blijf kalm en reageer rustig.
Probeer een overzicht te krijgen van de situatie. Maak een onderscheid tussen wat belangrijk en minder belangrijk is.
2. Verwittig de hulpdiensten via 112.
Verzamel de nodige documenten: het verzekeringspapier voor de dokter, de identiteitskaart of isi+-kaart van het slachtoffer en de individuele steekkaart.
Is politie betrokken? Vraag zeker naar het pv-nummer.
3. Verwittig Scouts en Gidsen Vlaanderen via het noodnummer:
0032 474 26 14 01
Het noodnummer is bereikbaar voor een ongeval of crisis tijdens het weekend (vrijdag 17u tot maandag 8u30), schoolvakanties (24/7) en verlengde weekends (24/7). Schrik niet, je komt terecht op een voicemail. Spreek je telefoonnummer in en beschrijf de situatie. Je wordt snel teruggebeld door een (staf)medewerker.
4. Maak afspraken met je medeleiding.
Zorg dat één persoon de leiding neemt. Wie doet wat en hoe gaat het nu verder? Laat een gewonde nooit alleen!
Zonder het slachtoffer af van de rest van de groep. Organiseer met de rest van de leiding iets dat de andere leden weer tot rust kan brengen: een gesprek, een wandeling…
Probleem onder controle
5. Hoe organiseer je de rest van de activiteit, het kamp of het weekend?
Scouts en Gidsen Vlaanderen zal helpen op het vlak van verzekeringen, familiesteun, slachtofferhulp, persbenadering, dringende sociale interventie...
6. Denk na over communicatie naar de buitenwereld.
Zorg voor één contactpersoon. Gebruik duidelijke en objectieve informatie: wat is er gebeurd? Wat hebben we gedaan? Wat gaan we nog doen?
Hoe ga je dit aan de andere ouders laten weten? Is er pers betrokken? Contacteer Scouts en Gidsen Vlaanderen, zij helpen je mee om zo goed als mogelijk te communiceren met ouders en anderen.
7. Doe aangifte bij de verzekeringsmaatschappij.
Ontdek hoe je aangifte doet bij lichamelijke schade, schade aan derden of schade aan de lokalen of boten.
Nazorg
8. Maak het incident bespreekbaar.
Organiseer na twee weken en na anderhalve maand een gesprek. Hulp nodig? De stafmedewerkers van Scouts en Gidsen Vlaanderen of jullie DC kan jullie helpen.
9. Draag zorg voor alle betrokkenen.
Informeer hoe het gaat. Verwijs ze eventueel door naar de huisarts of een jongereninformatiepunt of jongerenadviescentrum.
In geval van een overlijden van een lid, leiding of iemand in je scoutsnetwerk kan je terecht bij rouwbegeleiding. Dit is een groepje van vrijwilligers bij Scouts en Gidsen Vlaanderen die jullie kunnen ondersteunen waar jullie als groep nood aan hebben.
Ben je geholpen met deze info?